Met een gemiddelde temperatuur van 17,7 °C tegen 17,5 °C was de zomer net iets warmer dan het langjarig gemiddelde.
De zomer kende twee gezichten: de eerste helft was het vaak koel en nat, de tweede helft vaak warm en droog.
Juni was met gemiddeld 15,8 °C tegen normaal 16,2 °C wat koeler dan normaal. De eerste drie weken waren koel. De laagste temperatuur van deze zomer, 3,6 °C, werd op 9 juni in Deelen gemeten. De laatste week was het warm met op 26 juni in het midden en zuiden maximumtemperaturen van meer dan 30 °C. De neerslag week landelijk gemiddeld weinig af van normaal. Het was wat zonniger dan normaal.
Juli was met 18,1 °C iets minder warm dan normaal (18,3 °C). Juli begon koel, maar op 9 juli was het tijdelijk warm met in het zuiden tropische temperaturen. Vanaf 19 juli was het overwegend zomers met twee warme perioden. Juli was nat, maar de neerslag was ongelijkmatig verdeeld over Nederland.
De maand augustus was met een gemiddelde temperatuur van 19,3 °C (normaal (17,9 °C) zeer warm. Met gemiddeld 240 uur zon (normaal 205 uur) was het ook een zonnige maand. Het was ook duidelijk droger dan normaal, landelijk gemiddeld viel 52 mm, normaal is 84 mm. Op enkele korte onderbrekingen na was het zomers weer met vaak maximumtemperaturen rond 25 °C. Rond 13 augustus was het enkele dagen zeer warm met een hoge luchtvochtigheid en hoge minimumtemperaturen, rond 19°C. Op 13 augustus werd met 34,9 °C in Nieuw Beerta de hoogste temperatuur van deze zomer gemeten.
In De Bilt waren er deze zomer 65 warme dagen, 20 zomerse dagen en 4 tropische dagen. Normaal zijn dat er respectievelijk 64, 22 en 5. In het zuiden waren er 25 tot 30 zomerse dagen en 8 tot 11 tropische dagen. Normaal zijn dat ongeveer 30 zomerse en 8 tropische dagen.
Met landelijk gemiddeld 222 mm neerslag tegen normaal 224 mm viel de normale hoeveelheid neerslag. In het zuidoosten en oosten was het duidelijk natter dan normaal. In het midden en westen was het (veel) droger dan normaal. Deze verdeling werd veroorzaakt doordat er landinwaarts als gevolg van de warmte soms stevige buien waren terwijl het in het westen, waar het minder warm was, droog bleef. Het droogste automatische KNMI-station was Westdorpe, met 139 mm. Het natste station was Twenthe met 353 mm. Eind augustus bedroeg het landelijk neerslagtekort 70 mm. Normaal is dat ruim 100 mm. Het neerslagtekort was het grootst in het zuidwesten. Dat het neerslagtekort, dat vanaf 1 april wordt berekend, kleiner dan normaal is werd mede veroorzaakt door het zeer natte voorjaar.
In juni viel met gemiddeld 62 mm tegen normaal 64 ongeveer de normale hoeveelheid neerslag. In het noorden en in het zuiden van Limburg was het natter dan normaal. In een strook van Zeeland en Zuid-Holland naar Gelderland was het duidelijk droger dan normaal. Een lagedrukgebied dat langzaam over Nederland oostwaarts trok zorgde in het noorden op 10 juni voor veel regen. Daar viel ongeveer 35-50 mm, in het oosten van Groningen plaatselijk zelfs meer dan 80 mm.
Met gemiddeld 108 mm tegen normaal 78 mm regen was juli nat. In delen van Noord-Brabant en het hele oosten en noordoosten was het zeer nat. In Twente was het zelfs extreem nat met plaatselijk meer dan 200 millimeter. Het KNMI-station Twenthe registreerde een maandtotaal van 201 millimeter. Er waren maar weinig droge dagen. Doordat de regen vaak tijdens buien viel waren er grote regionale verschillen.
Op 9 juli gaf het KNMI code oranje uit voor zware onweersbuien in het hele land. Vooral in Noord-Brabant en Gelderland viel plaatselijk 30-70 mm.
Op 12 juli viel in het oosten 30-50 mm, langs de oostgrens en in Limburg 50-70 mm. Ook op 21 en 23 juli was het in het oosten plaatselijk zeer nat met 50-70 mm neerslag in vaak korte tijd.
Augustus was met gemiddeld 52 mm (normaal 83 mm) droog. In de noordwestelijke helft viel 30-50 mm. In het oosten en zuiden zorgden onweersbuien plaatselijk voor flink meer regen, 80-110 mm. Op 13 augustus gold voor Limburg en Overijssel kortdurend code oranje voor zware onweersbuien, op 24 augustus was dat voor het zuidoosten en oosten het geval.
Op de KNMI-neerslagstations viel deze zomer op 5 dagen ergens in Nederland minimaal 50 mm regen.
Met landelijk gemiddeld 701 uren zon tegen een langjarig gemiddelde van 641 uur was de zomer zonnig. Het minst zonnig was het in Arcen met 615 uur zon, het zonnigst in De Kooy met 737 uur. Juni was aan de zonnige kant, in de laatste tien dagen scheen de zon uitbundig. In juli scheen de zon ongeveer de normale hoeveelheid. Augustus kende veel zonnige dagen. Landelijk gemiddeld scheen de zon in augustus ruim 40 uur meer dan normaal.
Het beeld van deze zomer past in dat van het veranderende klimaat: zonnige en warme zomers met een grillig neerslagpatroon waarbij langdurige droge en natte perioden elkaar afwisselen.
Normaal=het langjarig gemiddelde over het tijdvak 1991-2020
De Bilt, 1 september 2024 / Adrie Huiskamp. Voorlopig overzicht.