Aardbevingen bij Voerendaal en Kunrade

Sinds 20 december 2000 hebben er in de omgeving van Voerendaal en Kunrade diverse grote en kleine plaatsgevonden. Er hebben tot nu toe 22 bevingen met een magnitude groter dan 1,5 plaatsgevonden (zie de tabel hieronder) en nog ongeveer 130 kleinere. Omdat bij deze schokken geen duidelijke structuur van voorschokken en naschokken aanwezig is, noemen we dit complex van aardbevingsactiviteit een zwerm van aardbevingen.

Het is te verwachten dat deze activiteit nog even zal aanhouden. In de historische seismiciteit zijn geen aanwijzingen te vinden dat voor dit specifieke gebied bij Voerendaal en Kunrade de schokken veel groter zullen worden. De meeste bevingen hadden een diepte van ongeveer 5 km en vonden plaats langs de Kunrade breuk. Daarmee liggen de schokken dus veel dieper dan de lagen waar vroeger in dit gebied steenkool gewonnen werd. Een relatie met de vroegere mijnbouw activiteit lijkt dan ook erg onwaarschijnlijk.
Op 7 december 1985 is in hetzelfde gebied een reeks van acht schokken opgetreden waarvan de sterkste een kracht van 3 op de schaal van Richter had. De schokken werden gevolgd door een klein schokje (1,8) op 6 januari. Van verder terug in de historie is bekend dat het op 4 maart 1930 ook in het zelfde gebied gebeefd heeft.

Datum	Tijd	Magnitude
20 december 2000	07:59	2,3
20 december	08:00	2,5
21 december	01:18	1,5
23 december	01:55	1,7
30 januari 2001	23:43	1,7
3 februari	18:22	1,7
7 maart	10:18	3,1
7 maart	11:29	3,0
7 maart	12:04	3,1
16 juni	07:24	2,8
20 juni	09:19	2,0
21 juni	06:28	1,7
23 juni	03:40	3,9
23 juni	03:54	3,5
23 juni	04:02	3,2
23 juni	04:45	2,2
23 juni	17:46	1,5
7 juli	15:39	2,4
14 juli	14:50	2,2
14 juli	14:52	1,5
9 augustus	03:50	1,5
13 augustus	20:00	1,6

De zwaardere bevingen met magnitude groter dan 3 zijn tot in Duitsland gevoeld over afstanden van ongeveer 10 km. In het epicentrum van de aardbevingen zijn deze waargenomen als een zware klap of dreun gevolgd door sterke trillingen die een paar seconden aanhielden. Andere waargenomen verschijnselen waren rammelende kasten, ramen en deuren. Zelfs is er een waarneming dat dunne takjes van bomen tijdens de bevingen heen en weer bewogen. Na de bevingen op 7 maart was er geen schade aan gebouwen gerapporteerd, na de bevingen op 23 juni waren er meldingen van losgeraakte dakpannen, schade aan schoorstenen,  losrakend pleisterwerk en tenslotte een scheur in het wegdek. De intensiteit van de bevingen in het epicentrum wordt geschat op IV – V op de schaal van Mercalli.