Door klimaatverandering neemt het neerslagtekort toe. Vorig jaar, maar ook enkele jaren daarvoor, waren de lente en zomer uitzonderlijk droog. Het KNMI hanteert van april tot en met september het neerslagtekort om droogte te monitoren. Hoe wordt dat berekend, en hoe sterk gaat het neerslagtekort in het droogteseizoen omhoog en omlaag?
In Nederland is vanaf april de gemiddelde verdamping groter dan de gemiddelde neerslag. Van 1 april tot en met 30 september berekent het KNMI daarom het zogeheten neerslagtekort (figuur 1). Hiervoor wordt dagelijks voor 13 meetstations verspreid over Nederland het verschil berekend tussen de potentiële verdamping (hierna kortweg verdamping genoemd) en de neerslag, en worden die verschillen vanaf 1 april bij elkaar opgeteld. In de maanden april-juli is de verdamping -gemiddelde genomen- groter dan de neerslag, in augustus zijn beide ongeveer gelijk, en in september-maart is de neerslag groter dan de verdamping. Daarom loopt het neerslagtekort in de maanden april-juli op, wordt de maximale waarde meestal in augustus bereikt, en gaat het vanaf september weer omlaag.
Het neerslagtekort gaat in het droogteseizoen gemiddeld omhoog, maar op dagen met veel neerslag gaat het tijdelijk omlaag. Uit de kansverdeling van het dagelijkse verschil tussen verdamping en neerslag (figuur 2) blijkt dat de verdamping op ongeveer 70 procent van de dagen groter is dan de neerslag (positief, rood) en op 30 procent kleiner (negatief, blauw). De verdamping neemt toe met de hoeveelheid zonnestraling en de temperatuur, en is op de zonnigste dagen maximaal 6 millimeter per dag (mm/dag). De afname van het neerslagtekort kan veel groter zijn, tot 16 mm/dag op dagen met veel neerslag, weinig zon, en dus weinig verdamping. De afnames zijn dus groter dan de toenames, maar komen minder vaak voor. Over alle dagen van april-september neemt het neerslagtekort toe met gemiddeld 0,5 mm/dag, oftewel 90 mm over de hele periode.
Het maximale neerslagtekort is sinds het jaar 2000 toegenomen, vooral door de vier recente droge jaren 2018, 2019, 2020 en 2022 (figuur 3). Door de trend naar hogere temperaturen en meer zonnestraling stijgt de komende jaren de verdamping. De kans op droogte in het voorjaar en in de zomer wordt daardoor groter. Uit attributieonderzoek na de droge zomer van 2018 blijkt dat in het Nederlands binnenland de kans op droogte is toegenomen. In de kustgebieden kan dat nog niet aangetoond worden, doordat de zomerneerslag daar is toegenomen.
In de KNMI’14 klimaatscenario’s is ook een toename van het neerslagtekort voorzien. In oktober van dit jaar komt het KNMI met een update van deze nationale klimaatscenarios, waarin met nieuwe cijfers de invloed van klimaatverandering voor Nederland geduid wordt. Gezien de gevolgen van droogte op bijvoorbeeld natuur, landbouw, watervoorziening, is er deze keer extra aandacht voor de toekomstige droogtes in ons land.
Op dit moment nadert de klimaatconferentie COP29 in Azerbeidzjan zijn einde. Hoe staat het met de...
22 november 2024 - KlimaatberichtIn het Limburgse Horst is een nieuw automatisch weerstation geïnstalleerd door het KNMI. De verwa...
20 november 2024 - Nieuwsbericht2024 wordt vrijwel zeker het warmste jaar ooit gemeten. Waar we vorig jaar nog net onder de 1,5 g...
19 november 2024 - KlimaatberichtIn slechts tien dagen tijd hebben vier tyfoons de Filipijnen getroffen. Dit is een unieke gebeurt...
19 november 2024 - Nieuwsbericht