Neerslag en droogte in Nederland. Hoe was het, hoe is het en hoe gaat het worden? Naast temperatuur zijn vanaf vandaag ook neerslag en droogte te zien in het klimaatdashboard. De temperatuur zien we in het klimaatdashboard in alle seizoenen stijgen. De nieuwe droogte-index SPEI heeft alleen een duidelijke trend naar vernatting in de winter en verdroging in het voorjaar. Waarom deze nieuwe droogte-index en wat zegt SPEI nu eigenlijk precies?
Droogte ontstaat niet in één dag, maar is een proces dat over langere tijd speelt. Na een paar flinke regenbuien in een lange droge periode kan het gras weer groen worden, maar de grondwaterstand nog steeds laag zijn. Bij informatie over droogte speelt de tijdschaal waarnaar gekeken wordt dus een grote rol. Daarnaast kan van plaats tot plaats sterk verschillen of er sprake is van droogte en hoe erg de droogte is.
Naast neerslag speelt ook verdamping een rol in het ontstaan van droogte. Net zoals wasgoed aan de waslijn droogt doordat het water uit de kleding verdampt, zo droogt ook een grasveld uit doordat er water uit het grasveld verdampt. Hoe meer zon en hoe warmer, des te meer er verdampt. Het KNMI gebruikt voor de berekening van de referentie-gewasverdamping de formule van Makkink, die gebruik maakt van de gemeten temperatuur en zonnestraling. Zolang het gras niet is uitgedroogd, komt deze waarde goed overeen met hoeveel er werkelijk verdampt.
SPEI-12 geeft informatie over het afgelopen jaar, de SPEI-3 over de afgelopen 3 maanden
De Standardised Precipitation-Evaporation Index (SPEI) wordt berekend door de som van de dagelijkse neerslag over een bepaalde periode te nemen en daar de som van de dagelijkse referentie-gewasverdamping van af te trekken. Een negatieve SPEI waarde geeft verdroging aan; immers de bodem raakt meer water kwijt aan verdamping dan dat er aan regen bijkomt.
De SPEI waarde wordt gestandaardiseerd op basis van de variaties in het verleden, zodat de SPEI waarde weergeeft hoe droog of hoe nat de huidige periode is in vergelijking tot waarden uit het verleden. De periode wordt weergegeven met een cijfer dat staat voor het aantal maanden. Zo geeft de SPEI-12 bijvoorbeeld informatie over de afgelopen 12 maanden, oftewel het afgelopen jaar, en de SPEI-3 over de afgelopen 3 maanden, bijvoorbeeld over de seizoenen.
Van oudsher wordt het doorlopend potentieel neerslagtekort door het KNMI berekend als droogte-indicator. Vanaf 1 april tot en met 30 september (het groeiseizoen) wordt de som berekend van de dagelijkse referentie-gewasverdamping minus neerslag. Komt de som onder nul, dan wordt deze op nul teruggezet. Het doorlopend neerslagtekort wordt gedurende het groeiseizoen weergegeven in een grafiek en op een kaart. Wordt in het verleden gekeken dan wordt meestal gekeken naar de maximale waarde die het neerslagtekort in het groeiseizoen heeft bereikt. Hoe hoger die waarde, hoe droger het groeiseizoen.
We zien veel overeenkomsten tussen beide droogte-indicatoren, zoals dat 1976 het meest droge groeiseizoen is geweest
SPEI-6 in september geeft aan hoe droog of hoe nat de periode van april tot en met september was. Deze is dus goed te vergelijken met het maximale neerslagtekort als droogte-indicator (figuur 2). Vanaf 1965 zijn landsdekkende kaarten van neerslag en potentiële verdamping beschikbaar die we gebruiken om voor de SPEI het percentage van het oppervlak van Nederland te berekenen dat in de categorie 'vrij droog', 'zeer droog' of 'extreem droog' (weergegeven in geel/oranje/rood) of 'vrij nat', 'zeer nat' of 'extreem nat' viel (weergegeven in licht- tot donkerblauw). Het neerslagtekort is ten opzichte van het gemiddelde maximum in de periode 1965-2020 weergegeven waardoor ook negatieve waarden optreden en het beter te vergelijken is met de SPEI-6. We zien veel overeenkomsten tussen beide droogte-indicatoren, zoals dat 1976 het meest droge groeiseizoen is geweest. Ook heeft de SPEI een meerwaarde bij het duiden van natte jaren en het onderscheid in hoe (extreem) droog of nat het groeiseizoen was.
Het klimaat in Nederland is aan het veranderen en dat is duidelijk te zien aan de trends in het klimaatdashboard. Het klimaatdashboard toont in één overzicht de gemiddelde temperatuur met daarin de trend, de verwachting en de verschillende klimaatscenario's voor de toekomst (figuur 1). Het dashboard is nu uitgebreid met meer klimaatvariabelen zoals neerslag en SPEI. De temperatuur zien we in alle seizoenen stijgen. SPEI-3 heeft alleen een duidelijke trend naar vernatting in de winter en verdroging in het voorjaar (figuur 3).
Het moet nog blijken of de verdroging in de lente zich in de toekomst voortzet volgens de nieuwe klimaatscenario’s
Afhankelijk van toekomstige klimaatmaatregelen en de verwachte reactie van het klimaat op de stijgende hoeveelheid broeikasgas in de atmosfeer heeft het KNMI in 2014 klimaatscenario’s berekend voor 2050 en 2085 (gekleurde lijnen). De trend naar nattere winters wordt in deze scenario’s voortgezet, de trend naar verdroging in de lente niet. Momenteel worden op basis van de meest recente klimaatberekeningen nieuwe klimaatscenario’s afgeleid voor Nederland die in 2023 verschijnen. Het moet nog blijken of de verdroging in de lente zich in de toekomst voortzet volgens de nieuwe klimaatscenario’s.
In het Limburgse Horst is een nieuw automatisch weerstation geïnstalleerd door het KNMI. De verwa...
20 november 2024 - Nieuwsbericht2024 wordt vrijwel zeker het warmste jaar ooit gemeten. Waar we vorig jaar nog net onder de 1,5 g...
19 november 2024 - KlimaatberichtIn slechts tien dagen tijd hebben vier tyfoons de Filipijnen getroffen. Dit is een unieke gebeurt...
19 november 2024 - NieuwsberichtDe herfst is in volle gang: de dagen worden snel korter en de bladeren vallen van de bomen. De te...
13 november 2024 - Klimaatbericht