30 mei 2013
De Koninklijke Luchtmacht heeft op 27 mei in het Militaire Luchtvaart Museum in Soesterberg een overeenkomst voor verdergaande samenwerking afgesloten met het KNMI.
De overeenkomst voorziet in verdere samenwerking bij calamiteiten zoals extreem weer, bij beheer en onderhoud van infrastructuur waaronder het netwerk van meetstations en het gebruik van wederzijdse onderzoeks- en opleidingscapaciteit.
Commandant Luchtstrijdkrachten luitenant-generaal Alexander Schnitger en KNMI-hoofddirecteur Frits Brouwer hebben op 27 mei de overeenkomst, opgezet in lijn met de nieuwe wet op de Meteorologie en Seismologie getekend in het Militaire Luchtvaart Museum in Soesterberg.
Aansluitend namen zij de eerste exemplaren van het boek ‘Geen laag te hoog’ van auteur Jacques Bartels in ontvangst. De voorloper van de Koninklijke Luchtmacht, de ‘Luchtvaartafdeeling’, en het KNMI vervullen de hoofdrol in het boek van Bartels, dat gaat over wetenschappelijke missies in IJsland begin jaren dertig. In tegenstelling tot de latere uitzendingen van de luchtmacht had de IJslandse missie geen militair of humanitair, maar een puur wetenschappelijk karakter.
Mede dankzij de zogenoemde hoogweervluchten kon het KNMI preciezere weersverwachtingen opstellen. De gegevens van de hogere luchtlagen waren essentieel voor de luchtvaartmeteorologie, die vanaf de jaren twintig in opkomst was.
Pioniersgeest
‘Geen laag te hoog’ is doordrenkt met de pioniersgeest van het Nederlandse luchtwapen in die tijd. Snijdende poolwinden en slechte zuurstofvoorzieningen teisterden de Nederlandse vliegers die voor hun metingen in open cockpits naar extreme hoogten vlogen.
De KNMI-hoofddirecteur en meteoroloog dr. H.G. Cannegieter (1879-1964) kwam in 1930 op het idee om voor het verkennen van de hogere luchtlagen in het poolgebied militaire vliegtuigen in te zetten. Het KNMI en de Luchvaartafdeling LVA hadden al, eerst incidenteel en vanaf 1917 structureel, een samenwerkingsverband voor het maken van weervluchten.
Op 2 september 1932 kozen twee Fokkers D.VII van de Luchtvaartafdeling vanaf een hobbelig weilandje bij Reykjavik op IJsland het luchtruim. De eerste uitzending van de Nederlandse luchtmacht was een feit.
Onder vaak zeer zware weersomstandigheden verrichtte het Detachement IJsland zijn taak. Deze bestond uit het een jaar lang maken van hoogtevluchten tot soms wel 7000 meter om zo meteorologische gegevens te vergaren.