De nieuwe milieusatelliet Envisat stuurt binnenkort de eerste metingen van roet- en stofdeeltjes in de lucht naar de aarde. 4-vwo-scholieren helpen de wetenschappers van het KNMI die metingen te controleren.
Het is de laatste schoolweek op het Christelijk College De Populier in Den Haag. Geoffrey Zuyderwijk, een van de 4-vwo-leerlingen, beklimt met zijn klasgenotes Deborah Reis en Fleur Wensveen het dak van de school. In zijn hand houdt hij eenvmetalen koffertje. Daarin zit een apparaatje, dat de hoeveelheid zonlicht meet. Daarmee bepalen de leerlingen hoeveel roet- en stofdeeltjes er in de lucht zitten. Zuyderwijk legt uit waarom die aërosolen van belang zijn: ,,Ze beïnvloeden het klimaat, doordat ze het zonlicht tegenhouden. Hoe meer er in de lucht zitten, hoe minder zonlicht de aarde bereikt.''
Donkere regenwolken trekken samen boven Den Haag. De zonnebril in het koffertje is niet nodig. Er dringt geen straaltje zonlicht door het wolkendek. Pech, want zo kunnen de leerlingen geen meting doen. Maar Zuyderwijk is niet teleurgesteld: ,,Als wij niet kunnen meten, dan kunnen de satellieten dat ook niet. Als een satelliet toch gegevens naar de aarde stuurt, weet je dat er iets niet deugt.''
Want dat is waarvoor de metingen van de scholieren worden gebruikt: het testen van satellieten. Die meten vanuit de ruimte ook de hoeveelheid aërosolen in de lucht. Om zeker te zijn dat die gegevens kloppen, moeten op aarde controlemetingen worden gedaan. Er zijn professionele meetstations, maar die zijn dun gespreid. De metingen van scholieren vormen een welkome aanvulling. Reis: ,,We voeren de meetgegevens in in de database van Globe.'' Globe is een internationaal scholenprogramma, waarbij leerlingen wereldwijd milieumetingen doen. De Populier maakt deel uit van het Globe-proefproject voor aërosolen: vijf scholen in Nederland doen mee.
Eind januari is in Frans Guyana de milieusatelliet Envisat gelanceerd, met aan boord Sciamachy, een Nederlands instrument dat vanaf september ook aërosolen gaat meten. Dan zullen zich ook meer scholen bij het project aansluiten. Tot dan worden de metingen van de scholen met oude satellieten vergeleken. Zuyderwijk: ,,Maar we willen met de gegevens ook zelf onderzoek doen. Bijvoorbeeld kijken of er meer aërosolen zijn, als de wind uit Rotterdam komt.'' Hij vertelt dat de houding van de wetenschappers aanvankelijk sceptisch was. Zouden 16-jarigen wel
in staat zijn nauwkeurige metingen te doen? Maar sinds de resultaten van de leerlingen vergeleken zijn met die van het professionele meetstation van TNO, is het wantrouwen als sneeuw voor de zon verdwenen. De resultaten bleken bijzonder goed overeen te komen. Zuyderwijk: ,,Daarmee hebben we laten zien, dat scholieren wetenschappelijke metingen kunnen doen. We worden nu serieus genomen. We zijn op een conferentie van het KNMI geweest, en we hebben onze resultaten gepresenteerd aan de Amerikaan die dit project coördineert.''
Hun natuurkundeleraar had na de vakantie met de nieuwe 4-vwo-klas verder willen gaan, maar daar staken de leerlingen een stokje voor. ,,Wij zijn met het project begonnen, nu willen we ook doorgaan.'' Zelfs in de vakantie, en in de weekeinden. Dan gaat het koffertje mee naar huis. Waarom dat enthousiasme? Zuyderwijk: ,,Je leert wetenschappelijke metingen doen, en je komt op plekken waar je anders nooit zou komen, zoals op het weerstation van het KNMI.'' Wensveen vult aan: ,,Je werkt mee aan iets dat groter is dan alleen maar huis en school.''
Bron: Algemeen Dagblad 11 juli 2002 , Anouck Vrouwe
Een van onze Argo meetboeien - nummer 6901979 - viert deze week zijn tiende verjaardag. Argo floa...
28 oktober 2024 - NieuwsberichtHet KNMI heeft nieuwe klimaatscenario’s ontwikkeld voor Suriname. Deze scenario’s geven een beter...
25 oktober 2024 - NieuwsberichtBij de Open Dag konden bezoekers vragen indienen over klimaatverandering, die we nadien in een kl...
25 oktober 2024 - KlimaatberichtOp 5 oktober was de Open Dag van het KNMI. Bezoekers konden zien hoe een weerballon wordt opgelat...
23 oktober 2024 - Klimaatbericht