Het Nederlandse satellietinstrument OMI meet bijna tien jaar de ozonlaag en wereldwijde luchtvervuiling. Tijdens een internationale OMI-meeting bij het KNMI van 11 tot en met 13 maart zijn de resultaten van tien jaar OMI-metingen besproken.
De deelnemers aan de bijeenkomst zijn wetenschappers afkomstig uit onder andere Nederland, de VS en Finland. NASA heeft Nederland in 1998 verzocht het innovatieve Ozone Monitoring Instrument te ontwikkelen om de ozonlaag en de wereldwijde luchtvervuiling nauwkeurig in kaart te brengen. Op 15 juli 2004 werd OMI gelanceerd aan boord van de NASA Aura satelliet. Het satellietinstrument was eigenlijk gebouwd om vijf jaar metingen te verrichten vanuit de ruimte.
Door de goede kwaliteit van het instrument en de innovatieve methoden die het KNMI heeft ontwikkeld om metingen tijdens de vlucht te ijken, levert OMI veel langer nauwkeurige metingen dan verwacht.
OMI metingen
De ozonmetingen van OMI worden jaarlijks gebruikt voor de evaluatie van het Montreal Protocol dat de ozonlaag moet beschermen. Daarnaast maakt het KNMI op basis van deze metingen hoge resolutie emissiekaarten die de bronnen van de luchtvervuiling laten zien bijvoorbeeld in Europa, China en Afrika. Wetenschappers en overheden over de hele wereld gebruiken OMI-metingen om luchtkwaliteit te monitoren, bijvoorbeeld van de luchtvervuiling in China. Het KNMI werkt dan ook intensief in een aantal projecten van EU en ESA samen met Chinese wetenschappers aan de interpretatie van OMI-metingen.
Op basis van 10 jaar metingen kunnen met behulp van eerdere gegevens van andere satellietinstrumenten lange klimaatreeksen gemaakt worden en veranderingen worden waargenomen.
Zo laten de nieuwste metingen van zwaveldioxide (SO2) boven India zien dat de vervuiling in dit gebied de laatste jaren sterk is toegenomen. Naast wetenschappelijk onderzoek worden OMI-metingen gebruikt voor operationele toepassingen zoals luchtkwaliteitverwachting, het aanpassen van vliegtuigroutes in geval van vulkaanuitbarstingen en de zonkrachtverwachting van de hoeveelheid UV.
TROPOMI
OMI wordt opgevolgd door TROPOMI (Tropospheric Monitoring Instrument), dat door Nederland ontwikkeld wordt in samenwerking met ESA. De lancering is gepland in het najaar van 2015. Het instrument heeft een levensduur van naar schatting zeven jaar. Net als bij OMI draagt het KNMI de wetenschappelijke eindverantwoordelijkheid voor TROPOMI.
Dit is een voorloper van de Sentinel-4 en -5 missies in het EU Copernicus programma, die ESA vanaf 2018 regulier gaat lanceren voor het continue meten van de chemische samenstelling van de atmosfeer. Dit geeft aan dat het belang van de OMI satellietmetingen om onze kwetsbare atmosfeer ten behoeve van luchtkwaliteit en klimaat te monitoren inmiddels wereldwijd wordt erkend.
OMI is gebouwd door Dutchspace en TNO, in samenwerking met Finse industriële partners. Het KNMI draagt de wetenschappelijke eindverantwoordelijkheid (PrincipaI Investigator instituut) voor OMI. Het instrument wordt dagelijks vanuit het De Bilt aangestuurd en ook in de data verwerking, ijking, en gebruik van data speelt het KNMI een belangrijke rol.
Vroege Vogels
In het radioprogramma Vroege Vogels is aandacht besteed aan het ozonmeetinstrument OMI en de bijeenkomst van afgelopen week in De Bilt.
Website: http://vroegevogels.vara.nl/
Storm Conall bereikt woensdag 27 november Nederland. We verwachten woensdagavond in het westen en...
26 november 2024 - NieuwsberichtOp dit moment nadert de klimaatconferentie COP29 in Azerbeidzjan zijn einde. Hoe staat het met de...
22 november 2024 - KlimaatberichtIn het Limburgse Horst is een nieuw automatisch weerstation geïnstalleerd door het KNMI. De verwa...
20 november 2024 - Nieuwsbericht2024 wordt vrijwel zeker het warmste jaar ooit gemeten. Waar we vorig jaar nog net onder de 1,5 g...
19 november 2024 - Klimaatbericht