Windmolenpark © Tineke Dijkstra

Energie

Het KNMI levert data en scenario’s die van belang zijn voor de productie en opslag van energie.

Invloed van het weer

Statistieken richtinggevend

Een strenge winter leidt tot een hoger energieverbruik. Voor bijvoorbeeld gasleveranciers is het daarom belangrijk te weten hoe koud een winter kan worden. Een periode van extreme koude levert een piek in het gasverbruik op. Kunnen de leveranciers dan nog voldoende gas blijven leveren om de woningen, ziekenhuizen, scholen en bedrijfsgebouwen te verwarmen? Om op die vragen antwoord te krijgen, gebruiken zij graag de data en statistieken van het KNMI.

 

Veranderende vraag?

Kijkend naar het verleden zien we dat de winters gemiddeld minder koud worden. Voor energieleveranciers is de vraag relevant of deze trend doorzet. Verandert daarmee de vraag naar energie? De klimaatscenario’s van het KNMI zijn in die vraagstelling richtinggevend.

 

KNMI: onderzoek op maat

Het windklimaat op zee verandert door de komst van windmolenparken. Om goed te begrijpen wat er speelt is het KNMI graag in een vroeg stadium betrokken bij divers onderzoek naar windpatronen in- en rond windmolenparken. Daarmee zijn wij een relevante partner geworden voor de overheden en instanties die zich bezighouden met de ontwikkeling van energieproductie en -verbruik.

 

Energie in en uit de bodem

Gaswinning

Nederland haalt veel energie uit de bodem in de vorm van aardgas. Het KNMI meet de seismische activiteit die daarmee gepaard gaat. Daartoe maken we gebruik van een netwerk van sensoren rond de gasvelden in Noordoost-Nederland. Vindt een beving plaats, dan kunnen wij snel en relatief nauwkeurig het episch centrum lokaliseren.

 

Risicoanalyse

Partijen die energie uit de bodem willen halen, moeten een vergunning aanvragen. Daarvoor is een risicoanalyse nodig, om in te kunnen schatten wat de kans op aardbevingen is. Het KNMI heeft de expertise en meetapparatuur in huis om seismische activiteit in de bodem te meten. De veiligheid van de bewoners op de plek van de winning staat daarbij voor het KNMI op de eerste plaats.

 

Warmte in en uit de aarde

Het is mogelijk om zomerwarmte op te vangen en op te slaan in de bodem. In koude perioden kunnen we deze warmte benutten voor bijvoorbeeld de verwarming van huizen. Het is ook mogelijk om veel dieper uit de bodem aardwarmte te halen. Hoe dieper wordt geboord, hoe meer geothermische energie vrijkomt. Daarbij heeft veiligheid alle prioriteit. Daarom monitoren we nauwgezet de seismische ontwikkelingen die gepaard gaan met deze vorm van energiewinning.

 

Energie van de toekomst

KNMI ’14-scenario’s

Met welke klimaatveranderingen moeten wij in Nederland rekening houden rond 2050 en 2085? Het KNMI heeft vier nieuwe klimaatscenario’s berekend. Deze KNMI ’14-scenario’s geven een samenhangend beeld van de veranderingen. Zo blijft de temperatuur stijgen. Zachte winters en hete zomers komen vaker voor. Het aantal graaddagen – dagen met een gemiddelde buitentemperatuur van 17 °C of lager – zal afnemen. Gasterra en NAM gebruiken de scenario’s van het KNMI om het toekomstig gebruik van aardgas in te kunnen schatten.

 

Schaliegas

Het kabinet beslist in 2015 of in Nederland schaliegas gewonnen mag worden. Naar de risico’s daarvan wordt nu onderzoek gedaan. Schaliegas zit opgesloten in harde, kleisteenachtige aardlagen – schalies – op een diepte van 1.000 tot 5.000 meter. Bij de winning wordt op die diepte onder hoge druk water door een horizontale boorgang gespoten, om zo het gas weg te laten stromen naar boven. Mocht winning van dit gas worden toegestaan, dan zal het KNMI een rol spelen in de monitoring van eventuele seismische activiteiten.

 

CO2-opslag in bodem 

Ondanks de huidige inspanningen om de uitstoot van broeikasgas te verlagen, blijft de CO2-concentratie in de atmosfeer onverminderd stijgen. Om de opwarming van de aarde onder de 2 °C  te houden, zijn volgens het VN-klimaatpanel IPCC grotere ingrepen noodzakelijk. Te denken valt dan aan opslag van CO2 in de ondergrond. Het KNMI krijgt dan daarin zeker een belangrijke rol toebedeeld. Om in de gaten te houden wat CO2-opslag betekent voor mogelijke aardbevingen.

 

Gevolgen

Op basis van de KNMI’14-klimaatscenario’s is duidelijk, dat minder energie nodig zal zijn voor het verwarmen van gebouwen in de winter. Maar voor de airconditioning in de zomer zal juist meer energie voorhanden moeten zijn. De beschikbaarheid van koelwater voor de elektriciteitsproductie zal afnemen.

 

Klimaat-maatwerk

Een veranderend klimaat leidt bij de energiesector en de industrie tot vragen. Het KNMI adviseert deze partijen met Klimaat-maatwerk. Zo hebben we op basis van weer- en klimaatkundig onderzoek een advies uitgebracht over windenergie, over gasproductie en -distributie en over de ontwerpnormen van olieraffinaderijen.

 

Dit doet het KNMI

Het KNMI meet veel. De stroom aan Big Data die al deze metingen opleveren, combineren wij met de meetgegevens van onze partners. Zo voegen wij actuele informatie toe die van belang is voor de veiligheid van het vervoer op het water, het spoor, de weg en via de lucht.

 

  • Dagelijks bekijken energieproducenten op grond van de data van het KNMI hoeveel windenergie opgewekt kan worden.

    Actuele stroom aan data

    Het KNMI meet temperatuur, windsnelheden, zonne-uren etc. Al deze metingen resulteren in een aanhoudende stroom van data. De weersverwachting van vandaag en morgen zijn van belang om te komen tot een adequate prognose van energieopbrengsten en -behoeften. Dagelijks bekijken energieproducenten en -leveranciers op grond van die actuele data hoeveel wind- en zonne-energie opgewekt kan worden én hoeveel er nodig is. Onze waarnemingen en weermodellen in een hoge resolutie maken die dagelijkse inschatting mogelijk. Zij leveren voordeel op voor de productie en verkoop van energie en zelfs voor de handel in energie.

  • Energieproducenten en -leveranciers moeten inschatten hoe groot de vraag naar energie in de winter zal zijn.

    Langetermijnprognoses

    Voor de langere termijn zijn de KNMI-statistieken en de maand- en seizoensverwachting essentieel om redelijk adequaat in te kunnen schatten hoe groot de vraag naar energie in de komende winter zal zijn. De trends die het KNMI waarneemt, gebruiken de energieproducenten en -leveranciers om te bepalen hoeveel investeringen nodig zijn in bijvoorbeeld de opslag van energie.

  • Op grond van de data van het KNMI wordt berekend hoe groot de opbrengsten van zonne-energie waren in een bepaald tijdvak.

    Opbrengsten zonne-energie

    Het KNMI berekent ieder uur de hoeveelheid zonneschijn in Nederland. Dat doen wij op basis van data die wij om de tien minuten meten op circa 33 KNMI-stations. Het gaat niet alleen om zonneschijn maar ook om zonlicht door bewolking, instraling genoemd. Andere partijen berekenen op grond van onze data wat de opbrengsten van zonne-energie is geweest in een bepaald tijdvak.

  • De windsnelheid wordt op circa 45 weerstations continu en volautomatisch gemeten.

    Opbrengsten windenergie

    Daarnaast meet het KNMI de windsnelheid op circa 45 weerstations. Dat gebeurt continu en volledig automatisch. Wij stellen de data iedere dag beschikbaar op onze website. Sinds 1990 zien we een neerwaartse trend in windenergieopbrengsten. Als deze trend zich voortzet, worden nieuwe windparken minder rendabel. Het KNMI heeft onderzoek gedaan naar de oorzaak van de neerwaartse trend. Wij hebben geen relatie kunnen leggen met de door de mens veroorzaakte klimaatverandering. We zien verder dat de natuurlijke meerjarige variatie groter is dan de trend sinds 1990. Op basis van dit onderzoek verwachten wij dan ook, dat binnen een termijn van tien tot twintig jaar de opbrengsten van windenergie weer groter zullen worden.

  • In 2020 moet op land 6.000 megawatt windenergie worden opgewekt.

    Windkaart voor Nederland

    De rijksoverheid wil dat in 2020 14 procent van de Nederlandse energieproductie hernieuwbaar is. Dat wil zeggen: afkomstig van wind- en zonne-energie. Op land moet dan 6.000 megawatt windenergie worden opgewekt. De overheid stimuleert bedrijven met een subsidieregeling om te investeren in windenergie. Het subsidietarief hangt af van de gemiddelde windsnelheid op 100 meter hoogte. In opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat ontwikkelt het KNMI een windatlas. Deze moet gebruikt gaan worden om windparken aan te wijzen en om vergunningen af te geven.

  • Om te koelen, gebruiken energiecentrales oppervlaktewater.

    Koelen energiecentrales

    Energiecentrales veroorzaken warmte. Om te koelen, maken zij vaak gebruik van oppervlaktewater. Daarna wordt het opgewarmde water weer geloosd. Om de schade aan het watermilieu te beperken, stelt de waterbeheerder een bovengrens aan die opwarming door koeling. Hoeveel geloosd mag worden, hangt af van de afvoerhoeveelheid en de temperatuur van het oppervlaktewater. Het KNMI heeft de Waterdienst van Rijkswaterstaat neerslag- en temperatuurstatistieken en -scenario’s gegeven. Situaties waarin beperkt geloosd mag worden, kunnen vooral in de zomer vaker voor gaan komen. De overheid en de energiesector bereiden zich op deze situaties voor.

Benieuwd wat wij voor u kunnen betekenen?

Veel van onze producten en diensten leveren we aan de Rijksoverheid. Daarnaast zijn er ook mogelijkheden voor levering aan andere overheden en voor samenwerking met de markt. Wilt u weten wat die mogelijkheden zijn? Neem dan gerust contact met ons op. Wij helpen u graag.

Jan Dekker

Strategisch Business Manager

Contact