Vanaf jonge leeftijd is Jordi Huirne al gefascineerd door het weer. Hoe extremer, hoe leuker. Op zijn weerstation thuis in Ruurlosebroek houdt hij het weer in de Achterhoek nauwgezet in de gaten. Zijn weermetingen deelt hij via WOW-NL met andere weeramateurs. Elke dag kijken wie de meest extreme cijfers heeft.
Op elke plek en wanneer dan ook kan Jordi Huirne zien hoe warm het is in het weiland van zijn vader in Ruurlosebroek. Op zijn smartphone ziet hij meteen hoeveel regen er is gevallen. Hoe vochtig of droog de lucht is en hoe krachtig de wind boven de boerderij van zijn ouders waait.
En dan vergelijken met de metingen van het KNMI-station in Hupsel maar ook met metingen van andere weeramateurs in de Achterhoek, zoals in Meddo, Doetinchem, Borculo, Haaksbergen. Wel tien keer per dag kijkt Jordi naar de metingen van zijn weerstation in Ruurlosebroek. “Altijd vergelijken. Welk station is kouder, warmer, natter. Je wilt toch altijd de meest extreme meting van allemaal hebben”, vertelt de 22-jarige weeramateur.
Jordi Huirne is dan ook verguld met het KNMI-project WOW-NL. “Een heel mooi initiatief. Fantastisch dat het KNMI mijn data kan gebruiken. Je voelt je nu echt serieus genomen als weeramateur. Er zitten namelijk nogal wat gaten in het meetnetwerk. Vooral in deze regio. Ik hoop dat ik met mijn weerstation dit kleine stukje Achterhoek kan dekken met mijn metingen. Hopelijk komen er nog meer meetpunten in deze regio want WOW-NL is een mooie manier om je metingen met anderen te delen en te vergelijken.”
Het bijzondere aan WOW-NL vindt hij dat hij zijn weerstation in een grafiek kan vergelijken met de metingen van KNMI-meetstations. "Kijk, dat is een mooie grafiek", roept hij uit. “Als je er een station naast zet, zie je duidelijk het verschil in omgevingen. Bijvoorbeeld tussen die van mijn weerstation en die van het KNMI-meetstation in Hupsel. Hupsel ligt op 33 meter hoogte op een droge bodem. Ruurlo ligt op 16 meter hoogte in een natte hoek. Hier staan altijd plassen in het weiland. Je ziet dan aan de temperatuurverschillen dat hoe natter de bodem is, hoe kouder het is overdag. De temperatuur blijft echt achter in Ruurlo ten opzichte van Hupsel.”
"Met WOW-NL kan ik in een grafiek mijn metingen met die van andere weeramateurs en de KNMI-meetstations meten. Heel mooi! Dan zie je goed de verschillen in omgevingen."
Als weeramateur pakt Jordi het weer meten serieus aan. Zijn weerstation Ruurlosebroek voldoet zo veel mogelijk aan de professionele normen. Ventilatie in de thermometerhut. De windmeter staat op een tien meter hoge stalen constructie die twee vrienden hebben gemaakt. De meetapparatuur staat vrij in het weiland van zijn vader: net ver genoeg van de boerderij en bomen om omgevingsfactoren uit te sluiten en net voldoende dichtbij voor aansluiting op het wifinetwerk van de boerderij.
“De metingen moeten natuurlijk wel kloppen. Ik heb de classificatie van weerstations die WOW-NL hanteert, naast die van mijn weerstation gelegd. Het is heel belangrijk voor mij dat mijn metingen representatief zijn. Ik kan mij storen aan rare metingen door bijvoorbeeld bebouwing of hoogte van de meetopstelling. Maar ja, dat is de weersituatie op die plek op dat moment. Meten in de stad is echt anders dan bij ons in het open veld.”
Ook het weer thuis meten en met anderen vergelijken. Ga naar wow.nl
Informatie over waar en hoe er gemeten wordt, is nodig om de weermetingen goed in te schatten, weet hij als ervaringsdeskundige. “Je ziet al verschillen tussen bij ons in het weiland en het dorp. Op de boerderij is een tropennacht echt bijzonder zeldzaam.” Hij stipt meteen een ontwikkelpunt voor WOW-NL aan: informatie over het gebruikte type weerstation is essentieel om weermetingen te kunnen duiden.
Van zijn weerfascinatie worden zijn ouders wel eens gek maar ze profiteren er ook van. “Mijn vader belt mij wel eens om te vragen naar het weer. Of hij de volgende dag gras kan maaien.” Zijn vader is ook elke dag met het weer bezig. Het bepaalt zijn dag. Hij meet zelf ook al jaren elke dag de neerslag. Net als andere boeren in de buurt. Dan bellen ze elkaar wie het meeste hemelwater in de neerslagmeter bij de boerderij heeft zitten.
“Als kind zat ik altijd naast mijn vader naar het weerbericht op de radio te luisteren of naar teletekst te kijken. Voor een boer is het weer een belangrijke schakel in zijn werk. Je bent hier op het platteland natuurlijk ook meer met het weer bezig dan bijvoorbeeld in de stad. Je ziet het weer in deze weidse omgeving echt op je afkomen.”
"Vroeger was de kwaliteit van de weersverwachtingen slechter en was het altijd de vraag of de onweersbuien kwamen of niet. Je werd toen vaker verrast door het weer. Zo spannend."
“Als kind liet ik mij graag verrassen. Hoe extremer, hoe leuker! Ik heb mij vaak nat laten regenen als er onweersbuien aankwamen. Vroeger was de kwaliteit van de weersverwachtingen slechter en was het altijd de vraag of de onweersbuien kwamen of niet. Je werd toen vaker verrast door het weer. Zo spannend. Continu naar de lucht kijken. Als die onweersbui echt kwam, werd ik helemaal gek. Dan ging ik op de voerkuil staan zodat ik in de verte kon zien hoe de onweersbuien zich ontwikkelden. Prachtig!”
Zijn vroegste herinnering is het onweerscomplex op 6 juni 1998. Bomen sneuvelden en de regen kwam dwars door de kieren van de ramen van de boerderij. “Machtig vond ik het. Het heeft zo’n indruk op mij gemaakt dat ik vanaf die dag altijd met weer bezig ben. Ik was vastbesloten iets met weer te gaan doen.”
Tegenwoordig is hij er met zijn inmiddels afgeronde studie Land-en Watermanagement met hydrologie als specialisme de hele dag mee bezig. In zijn vrije tijd doet hij vanaf zijn vijftiende de weerpraatjes op twee lokale zenders. “Vroeger werd ik op school altijd afgeleid door het weer. Nu mag ik voor mijn studie naar buiten kijken als het spannend weer is.” Hogeschool Van Hall Larenstein in Velp is inmiddels ook in het bezit van een professioneel weerstation. “We hebben daar zo’n mooie landschapstuin. Zonde als je daar het weer niet meet. Weer een mooi meetpunt erbij om te vergelijken.”