Vliegtuigen zijn gecertificeerd om te vliegen onder omstandigheden waarbij ijsafzetting optreedt. De meeste vliegtuigen beschikken tegenwoordig over systemen om ijs te verwijderen. Dit verruimt de vliegmogelijkheden.
De mate van ijsafzetting is niet voor elk type vliegtuig hetzelfde. Is op een bepaalde hoogte de ijsgroei op de vleugels te groot? Dan is het mogelijk uit te wijken naar een ander niveau om het ijs weer kwijt te raken.
Tegenwoordig wordt ook gewerkt aan de ontwikkeling van remote sensing apparatuur. Dit systeem aan boord van het vliegtuig waarschuwt de piloot voor grote supergekoelde druppels.
Wereldwijd worden processen bestudeerd om de voorspellingen te verbeteren en de ijsaangroei in de gaten te houden. Op basis hiervan zijn criteria vastgesteld door de Federal Aviation Administration (FAA), de Amerikaanse Rijksluchtvaartdienst. Daarbij is uitgegaan van een gemiddelde druppelgrootte, de vloeibare waterinhoud van wolken en het verloop van de temperatuur over een bepaalde afstand.
Onderzoek heeft aangetoond dat grotere druppels van meer belang kunnen zijn dan eerder was gedacht. De zogenoemde zeer grote onderkoelde druppels. De situaties waarbij dergelijke druppels ontstaan (zoals zware onweersbuien en winterse situaties met invallende dooi) waren al bekend, maar niet bewezen is dat een veilige vluchtuitvoering gewaarborgd is bij zware ijsafzetting door dergelijke zeer grote druppels.
Met dank aan Paul Citroen, luchtvaartmeteoroloog KNMI Meteo Luchthaven Schiphol