Lidar staat voor Light Detection and Ranging. Een lidar geeft via een lichtflits een laserstraal die als een straal recht omhoog kan schieten. Zodra de lichtpuls stofdeeltjes of wolkendruppels tegenkomt, kaatst een klein deel van het laserlicht als een echo terug. Lichtgevoelige apparatuur vangt het teruggekaatste licht op.
Uit de tijd die verstrijkt tussen het uitzenden van de lichtpuls en het moment waarop het teruggekaatste signaal binnenkomt, kan de hoogte van een stoflaag of van bewolking worden gemeten. De sterkte van het teruggekaatste signaal biedt informatie over de hoeveelheid stof in de lucht. Ook bevat het signaal informatie over het soort bewolking.
De lidars die opgesteld staan bij de KNMI meetmast in Cabauw zijn in april 2010 goed van pas gekomen bij het waarnemen van vulkaanstof uit IJsland. De lidars lieten het vulkaanstof duidelijk zien, ook toen de stoflaag nog hoog in de lucht hing. Met speciale technieken wordt vulkaanstof onderscheiden van andere soorten stof zoals zeezout en roet.
De vorm van stof is belangrijk. Vulkaanstof bestaat uit scherpe deeltjes, vandaar dat ze schadelijk zijn voor vliegtuigen als die er doorheen vliegen. Normaal stof, zoals zeezout, roet en andere luchtverontreiniging, bestaat uit rondere deeltjes. Ook die verschillen kan een lidar onderscheiden. Er zijn nog meer opties die aan de lidar toegevoegd kunnen worden. Zo is er steeds meer informatie over de deeltjes in de lucht te halen. Sommige lidars zijn bijvoorbeeld geschikt om te laten zien hoe groot de deeltjes zijn.
Behalve laserlicht, weerkaatsen wolken en stofdeeltjes natuurlijk ook het licht van de zon. Hierdoor spelen ze een belangrijke rol in het klimaat. Met lidarmetingen wordt onderzoek gedaan naar de precieze rol van wolken en stof in het klimaat en hoe stofdeeltjes de klimaateigenschappen van wolken beïnvloeden.