De recordkoude winter van 1956 is een opmerkelijke. De winter stelde dat jaar eerst weinig voor. December was heel zacht en januari nat en onstuimig. Schaatsliefhebbers hadden de moed al opgegeven. Eind januari kwam de weerkaart er ineens heel anders uit te zien.
Boven Scandinavië bouwde zich een enorm hogedrukgebied op, terwijl de luchtdruk in het gebied van de Middellandse Zee laag was. Daardoor stak er boven West-Europa een storm op uit de richting oost tot noordoost. Hiermee werd extreem koude lucht onze kant opgeblazen. In de meteorologische wereld wordt zo'n snelle kou-inval met veel wind transportkou genoemd.
Het oosten van ons land ging op 30 januari 1956 gebukt onder sneeuwstormen, terwijl de temperatuur daalde. De laatste dag van de maand eindigde in het hele land met strenge vorst. Dit vormde de inleiding tot een van de koudste dagen van de twintigste eeuw.
Op veel plaatsen bleef het op 1 februari meer dan 10 graden vriezen. In De Bilt kwam het kwik niet hoger dan min 11 graden, het dieptepunt voor februari. Alleen op 26 januari 1942 (min 11,2 graden) en op 20 december 1938 (min 11,3 graden) bleef het overdag nog iets kouder. Een week later begon één van de ergste koudegolven die ons land ooit heeft getroffen.
Op een aantal plaatsen vroor het 17 dagen achtereen meer dan 10 graden en op vijf dagen van die periode werd het kouder dan min 15 graden. Bovendien viel 20 tot 25 centimeter sneeuw. Op Terschelling lag 55 centimeter.
De periode 15 tot 24 februari 1956 was met een gemiddelde temperatuur van min 10,5 graden de op een na ergste koudegolf van de twintigste eeuw. Alleen de koudegolf van 18 tot 27 januari 1942 was met gemiddeld min 11,3 graden nog kouder.
Op 16 februari 1956 noteerde Uithuizermeeden min 26,8 graden. Dit is het record voor februari en de op één na de laagste temperatuur van de twintigste eeuw. Op 27 januari 1942 boekte Winterswijk met min 27,4 graden het landelijk record.
De balans van de hele maand was heel bijzonder. In De Bilt kwam de gemiddelde temperatuur uit op min 6,7 graden (tegen 3,3 graden normaal). Daarmee was dit veruit de koudste maand van de twintigste eeuw en de koudste februari sinds het begin van de metingen in 1706.
In de totale meetreeks vinden we alleen nog een lager gemiddelde in januari 1823 (min 7,0 graden). De felle kou eiste zijn tol onder de bevolking. Volgens krantenberichten vielen er alleen al in West-Europa zeker 700 doden. Voor heel Europa wordt gesproken van duizenden doden en 6 miljard schade. Langs de oevers van de Zeeuwse stromen lagen ijsbergen van 2 meter hoog en de Schelde leek meer op een Poolzee met talloze ijsschotsen.