Instrumenten aan boord van satellieten brengen de activiteit van vulkanen wereldwijd in kaart. Bijvoorbeeld ozonmeetinstrument OMI, milieu-instrument SCIAMACHY en het SEVERI instrument op de Euopese satelliet METEOSAT-9. Deze instrumenten zijn in staat om de door vulkanen uitgestoten wolken van as en zwaveldioxide waar te nemen.
Vulkaanas kan grote problemen opleveren voor de luchtvaart. Vliegtuigen moeten vaak via een aangepast route vliegen om het vulkaanas te ontwijken. Door de uitbarsting van de vulkaan Eyjafjallajökull op IJsland in het voorjaar van 2010, moest het luchtruim boven delen van Europa zelfs een aantal dagen sluiten. Dat leidde tot chaotische toestanden op de luchthavens met gestrande passagiers en economische schade.
In 2011 barstte op IJsland de Grimsvötn uit en ook de as daarvan trok over noordelijk Europa. Dankzij de ervaringen van een jaar eerder waren de autoriteiten goed voorbereid. De overlast voor het vliegverkeer bleef beperkt. Het vulkaanas trok begin mei 2011 over de Noordzee en het zuiden van Scandinavië naar het oosten. Dankzij satellietwaarnemingen kon de route van het as in de gaten worden gehouden.
Ook het vulkaanas afkomstig van de Puyehue vulkaan, die in juni 2011 uitbarstte, is gevolgd door waarnemingen. Op satellietbeelden was te zien dat het as snel grote hoogtes bereikte. Vervolgens werd het door sterke winden binnen een week tijd naar de andere kant van de aarde geblazen.
Dankzij metingen vanaf satellieten werd duidelijk dat de as van de Puyehue boven het zuiden van Australië en Nieuw Zeeland terecht was gekomen. Het vliegruim moest daar enige tijd dicht. Ook boven de onbewoonde zuidelijke oceaan was het vulkaanas op satellietbeelden goed te volgen.