2003: Op een na grootste voorjaarsdroogte sinds 1911

De afgelopen voorjaarsdroogte komt volgens de cijfers van de Klimatologische Dienst van het KNMI op de tweede plaats sinds de gegevens bekend zijn en dat is sinds 1911. In het begin van de maand viel er nog neerslag en vanaf 11 april overheerste in het grootste deel van het land de droogte. Het neerslagtekort berekend uit het verschil tussen neerslag en referentie-gewasverdamping is in De Bilt in veertien dagen opgelopen tot 38 mm. Alleen in 1942 was het neerslagtekort in dezelfde periode van het jaar nog groter en berekende De Bilt een tekort van 46,2 mm. Op de derde plaats staat het voorjaar van 1914 met in deze periode een neerslagtekort van 35,5 mm.

Zowel in maart als april kwamen een aantal extreem droge dagen voor met een bijzonder lage relatieve vochtigheid van 20%. Ook in De Bilt zijn deze waarden gemeten en is dat een evenaring van het aprilrecord sinds 1901. Ook de zon schijnt net als de vorige maanden bijzonder vaak. De tweede decade van de maand was in De Bilt met 104,4 uren zon op een na de zonnigste sinds het begin van de metingen in 1901. Alleen de tweede aprildecade van 1942 was met 111,3 uren zon nog iets zonniger. De maand april eindigt wat de zon betreft net als zijn voorgangers februari en maart bij de toppers. Regenwater en groeiseizoen
In het groeiseizoen moet rekening worden gehouden met de verdamping van gewassen, waardoor de vochtvoorraad in de bodem kan teruglopen.. De verandering van vochtvoorraad kan berekend worden uit het neerslagtekort, dat bepaald wordt uit het verschil tussen neerslag en referentie-gewasverdamping. Postieve waarden verminderen de vochtvoorraad, negatieve zorgen voor een toename. De berekening begint bij 1 april, wanneer voor de meeste gewassen het groeiseizoen begint. Omdat het begin april nog regende en alleen de statistieken over periodes van 10 dagen bekend zijn hebben we de huidige periode vergeleken met andere die op 11 april zijn begonnen.