April was koud, droog en vrij zonnig

De afgelopen maand was in het hele land droog en meestal koud met grote wisselingen in de temperatuur. Daarmee was april de koudste in 16 jaar en vierde te koude maand op rij en heeft 2013 alleen alleen nog maar koude maanden opgeleverd.

Ook het voorjaar is aanzienlijk kouder begonnen dan we de laatste jaren gewend waren.

Het aanhoudend koude weer van de afgelopen tijd, vooral tussen 6 februari en 11 april, was het gevolg van een afwijkend drukpatroon. Opvallend op de weerkaarten was een lagedrukgebied bij de Azoren, waar normaal het Azorenhoog ligt, en een hogedrukgebied tussen IJsland en de Noordpool. Zo'n drukverdeling leidt in Noord-Europa tot aanvoer van koude lucht uit Siberië. In het voorjaar is de kou van het winterseizoen daar nog niet voorbij, zodat wij in ons land ook weer in de kou terecht komen.

In andere delen van de wereld was het juist heel zacht. Een oorzaak voor dit afwijkende drukpatroon is niet bekend. Waarschijnlijk is het een gril van het weer en is het toeval dat we hier zo lang mee te maken hadden.

In De Bilt was de gemiddelde temperatuur in april 8,1 graden tegen 9,2 graden als langjarig gemiddelde (1981-2010).

Vooral het begin van de maand was koud. De eerste tien dagen waren zelfs bijna vier graden kouder dan normaal en horen tot de tien koudste sinds het begin van de metingen.

Halverwege de maand kregen veel plaatsen de eerste warme dag met middagtemperaturen boven de 20 graden. Woensdrecht noteerde op 14 april met 24,0 graden. Op 25 april werd het op een aantal plaatsen zomers warm met 25,7 graden als hoogste temperatuur in Ell (L). In de tweede helft van de maand kwam het echter ook weer tot vorst. Op 20 april noteerde Twenthe de landelijk laagste temperatuur van -3,5 graden.
In De Bilt kwam de temperatuur op negen dagen onder nul tegen vier vorstdagen normaal. Op vier dagen werd 20 graden of meer gemeten tegen drie warme dagen normaal.

Gemiddeld over het land viel 24 mm neerslag tegen 44 mm normaal. De Waddeneilanden waren het droogste deel van het land met op veel plaatsen minder dan 20 mm regen, Terschelling en Den Helder noteerde 10 mm. Een harde tot stormachtige wind met zware windstoten leidde op 18 april boven braakliggende en droge akkers tot stof- en zandverstuivingen die vooral voor het verkeer hinderlijk waren.

De zon scheen landelijk gemiddeld 194 uur tegen 178 uur normaal. Het vaakst scheen de zon in het Waddengebied, naar verwachting ruim 200 uur.