Betere luchtkwaliteit na Olympische Spelen in China

Kosten noch moeite hebben de Chinese autoriteiten bespaard om de lucht schoner te krijgen tijdens de Olympische Spelen in 2008. Het heeft gewerkt: uit satellietwaarnemingen blijkt dat de rode vlek die staat voor hoge concentraties stikstofdioxide boven Beijing vorige zomer vrijwel is verdwenen.

In 2007 was de rode vlek nog nadrukkelijk aanwezig. Dat blijkt uit vergelijkingen van metingen vanuit de ruimte met het GOME-2 instrument. Stikstofdioxoide (NO₂₎ komt vrij bij verbrandingsprocessen en is een belangrijk bestanddeel bij de productie van luchtverontreiniging.

Onderzoek toont aan dat ook het weer een rol heeft gespeeld. Vorige zomer regende het in China meer dan het jaar daarvoor. Regen spoelt de atmosfeer schoon. Dit verklaart slechts een deel van de waargenomen reductie. Ook de maatregelen van de Chinese overheid om de reductie van de uitstoot van NO₂ te beperken hebben effect gehad. Zo werd het verkeer gehalveerd door een systeem van even/oneven nummerborden op even/oneven dagen en werden bouwactiviteiten en vervuilende industrie stilgelegd.

Door satellietwaarnemingen te vergelijken met een computermodel waaruit de invloed van de regen is gefilterd kan de effectiviteit van de maatregelen worden bepaald. De berekeningen laten tijdens de Spelen boven Beijing een afname zien van 60% van de emissies van stikstofdioxie. Ook in omringende steden is de luchtkwaliteit verbeterd. in Tianjin, een stad met 11 miljoen inwoners 110 kilometer ten zuidwesten van Beijing, is een NO₂ reductie van 30% gemeten.

Het goede nieuws is dat het ook een jaar na de Olympische Spelen nog steeds goed gaat met de luchtkwaliteit. Er is geen sprake van een terugval naar de situatie van voor de Spelen. Mogelijk speelt hierbij ook de economische crisis een rol.

De resultaten van dit onderzoek naar de luchtkwaliteit in China, door onderzoekers van het KNMI, zijn gepubliceerd in Geophysical Research Letters.