De storm van tweede kerstdag 1999, die vooral in Frankrijk, Duitsland en Zwitserland heeft huisgehouden was voor dit gebied waarschijnlijk de zwaarste van de 20e eeuw. De kerststorm werd gevolgd door een volgende opnieuw zeer zware storm die het vooral gemunt had op het westen, zuidwesten en zuiden van Frankrijk.
De stormen hebben in heel Europa aan honderdendertig mensen het leven gekost en hebben grote delen van Frankrijk in het donker gezet. Daags na Kerst zaten 3,5 miljoen Fransen (een op de vier huishoudens) zonder stroom. Voor tweederde van het land werd de noodtoestand afgekondigd en na twee weken zaten nog altijd veertigduizend Fransen zonder stroom. De schade is enorm: zo'n 300 miljoen bomen zijn aan de storm ten prooi gevallen en de totale materiële schade wordt in Frankrijk op meer dan twintig miljard gulden geschat. In noord-Spanje sloeg de tweede storm toe: ook hier vielen slachtoffers en kwamen zo'n tachtigduizend mensen zonder stroom te zitten. In Zwitserland hebben de stormen aan zeker 14 mensen het leven gekost.
Niet eerder zijn zo ver landinwaarts boven Europa zulke windsnelheden gemeten. Parijs registreerde tweede kerstdag op Orly een gemiddelde windsnelheid van 110 km/h en windstoten tot 173 km/h. In Parijs was daardoor sprake van een zeer zware storm (windkracht 11), een record voor de Franse hoofdstad. Volgens de Duitse weerdienst zijn op tweede Kerstdag in het zuiden en zuidwesten van Duitsland op veel plaatsen windstoten gemeten tussen 120 en 140 km/h. Karlsruhe registreerde een windstoot van 152 km/h en op de Feldberg in het Zwarte Woud werd een vlaag van 213 km/h geregisteerd, voor deze meetstations de hoogste windstoten ooit.
De ontwikkeling van de stormdepressie was volgens meteoroloog Ab Maas ronduit spectaculair. De kern lag op tweede kerstdag om half zeven 's ochtends voor de kust van Normandië waarna de luchtdruk daalde met 25 hPa in drie uur tijd. Ook boven zee zouden dergelijke drukdalingen uitzonderlijk zijn. Boven Frankrijk daalde de luchtdruk in de kern tot 960 hPa (7 uur in Rouen). Het sterk uitdiepen van de depressie hing samen met de zeer sterke straalstroom: op tien kilometer hoogte in de atmosfeer stonden windsnelheden van 400 km/h. De stormdepressie trok vervolgens iets ten noorden van Parijs langs richting Eifel, zodat het dichtbevolktste deel van Frankrijk in het sterkste windveld kwam te liggen. In de Franse hoofdstad is enorme schade aangericht onder meer aan monumentale gebouwen waaronder de Notre Dame.
Het openbare leven kwam hier volledig stil te liggen. De storm was door de atmosfeermodellen berekend maar de exacte koers werd pas in de nacht duidelijk. Bovendien hebben alle modellen de kracht van de storm onderschat. Toch heeft de Météo France tijdig gewaarschuwd voor storm. Op eerste kerstdag om kwart voor elf is een eerste "Bulletin Régionaux d'Alerte Météorologique" uitgegeven voor de regio noord, maar de windsnelheden werden hoger dan verwacht. Onduidelijk is in hoeverre deze informatie door de media is doorgegeven.
Daags daarna in de avond van de 27e december kreeg met name het westen en zuiden van Frankrijk met een zeer zware zware storm te maken. Langs de Franse Atlantische kust zijn daarbij windstoten gemeten van 198 km/h (Ile d'Oléron). Er zijn daar golven waargenomen van 10 meter hoogte. Aan de Spaanse noordkust en de Franse Middellandse Zeekust zijn windstoten gemeten van meer dan 150 km/h, in Marseille en Cannes schoot de windmeter uit tot 140 km/h. Ook landinwaarts heeft de storm flink huisgehouden: in Bordeaux zijn windstoten van 144 km/uur gemeten, Clermont-Ferrand noteerde 159 km/h. De kerndruk van de depressie was vergelijkbaar met de die van de Kerststorm: rond 7 uur maandagavond was de luchtdruk in de kern gedaald tot 965 hPa. In tegenstelling tot sommige berichten in de media kon men aan zien komen dat er een storm op komst was. De Météo France heeft s'ochtends op 27 december om 9 uur een eerste "Bulletin Régionaux d'Alerte Métérologique" uitgegeven, waarin windsnelheden worden aangekondigd tot 150 km/h. Dergelijke extreme windsnelheden kunnen op zijn vroegst pas een uur of tien van tevoren goed ingeschat worden.
Stormen Lothar, Martin en Anatol
De Kerststorm die van Duitse meteorologen de naam Lothar kreeg en storm Martin die daarna volgde, waren in kracht en ontwikkeling vergelijkbaar met Anatol die op 3 december vooral het noorden van Duitsland en Denemarken trof. Ook toen was sprake van een sterk uitdiepende depressie en vergelijkbare windsnelheden. Op het eiland Romo in Denemarken werd toen zelfs een gemiddelde windsnelheid gemeten van 148 km/h en een windstoot van 185 km/h, een nieuw record voor Denemarken. In ons land bereikte de storm op 3 december aan de kust een hoogste uurgemiddelde van 90 km/h (windkracht 10). De hoogste windstoot op een landstation was 118 km/h op Vlieland. Op het KNMI-weerstation Huibertgat, boven zee iets ten noordoosten van Schiermonnikoog, schoot de windmeter uit tot 155 km/h. Nog sterkere windstoten tijdens zware stormen zijn in deze eeuw gemeten op 6 november 1921 in Hoek van Holland (162 km/h) en op 25 januari 1990 in IJmuiden (159 km/h). Vlieland noteerde ook op 2 april 1973 een windstoot van 155 km/h.
Hevige stormen komen vaker in clusters voor, het KNMI heeft in het verleden onderzoek gedaan naar tweelingstormen. De atmosferische condities, die aanleiding geven tot stormen blijven vaak een aantal dagen in takt. In deze gevallen was de ligging en sterkte van de straalstroom de aanjager.
Klimatologie van Franse en Zwitserse stormen
Hoe de stormen klimatologisch geboekt worden is pas over enige tijd, nadat alle gegevens zijn genalyseerd, duidelijk. De hoogste windsnelheden worden in Frankrijk meestal waargenomen in de Mistral. Het eeuwrecord voor een landstation staat hier op naam van Montélimar waar op 26 februari 1956 tijdens de Mistral een windstoot van 216 km/h is gemeten. Voor de Fransen liggen de stormen van 15 en 16 oktober 1987 en januari en februari 1990 nog vers in het geheugen, maar de windstoten waren toen iets minder sterk, maximaal 176 km/u in 1987 (Ouessant) en 165 km/u in 1990 (La Hague). Uitzonderlijk waren hier ook de stormen van 10-12 januari 1978, 6 juli 1969, 1 maart 1967, 7 augustus 1948 en 4-6 december 1896.
Voor de Zwitsers was de kerststorm van 1999 de zwaarste sinds de storm van 27 februari 1990. Bij deze "Jahrhundertsturm" zijn op de grote Sint Bernhard windstoten gemeten van 270 km/h en werd vijftig vierkante kilometer bos volledig verwoest. Op 23 februari 1967 woedde daar ook een Jahrhundertsturm met in Zürich windstoten van 125 km/h. Ook deze storm maakte deel uit van een serie die Europa in die periode trof. De jongste kerststorm heeft het aantal Jahrhundertsturmen in deze eeuw op drie gebracht. De Zwitserse onderzoeker Christian Pfister heeft aangetoond dat in de afgelopen vijfhonderd jaar elke eeuw minstens een extreme storm (Jahrhundertereignis) heeft opgeleverd. Uitzonderlijk in Zwitserland waren de stormen in oktober 1562, januari 1645, januari 1739, februari 1879, februari 1967, februari 1990 en december 1999. De twintigste eeuw heeft er dus drie opgeleverd, maar op basis van deze gegevens kan niet worden geconcludeerd dat het aantal zware stormen toegenomen is. In tegendeel zelfs: een uitvoerig onderzoek van Schliesser (1997) toont aan dat het aantal dagen met grote windsnelheden in Zwitserland sinds 1864 iets afgenomen is. Het KNMI komt voor Nederland tot vergelijkbare conclusies. In de klimaatrapporten stelt het KNMI vast dat het stormklimaat in deze eeuw niet is veranderd.
Op dit moment nadert de klimaatconferentie COP29 in Azerbeidzjan zijn einde. Hoe staat het met de...
22 november 2024 - KlimaatberichtIn het Limburgse Horst is een nieuw automatisch weerstation geïnstalleerd door het KNMI. De verwa...
20 november 2024 - Nieuwsbericht2024 wordt vrijwel zeker het warmste jaar ooit gemeten. Waar we vorig jaar nog net onder de 1,5 g...
19 november 2024 - KlimaatberichtIn slechts tien dagen tijd hebben vier tyfoons de Filipijnen getroffen. Dit is een unieke gebeurt...
19 november 2024 - Nieuwsbericht