In de Alpen is een groot deel van de wintersneeuw dit jaar al voor het begin van de zomer weggesmolten. De Alpengletsjers gaan de zomer in met een sneeuwdek dat je normaal pas één à twee maanden later in het seizoen aantreft. Zonder deze beschermende sneeuwlaag zullen veel gletsjers dit jaar zelfs bij normale zomertemperaturen uitzonderlijk veel ijsmassa verliezen. Door de opwarming van de aarde zijn over enkele decennia nog maar weinig gletsjers over volgens Oostenrijkse onderzoekers.
Elk jaar wordt in mei de hoeveelheid sneeuw gemeten op twee gletsjers in de Hohe Tauern, het centraal bergmassief met de hoogste bergen van Oostenrijk. Dit voorjaar ligt er 20% (70 cm) en 28% (90 cm) minder dan het gemiddelde van de afgelopen 10 jaar (figuur 1).
Op een andere gletsjer, de Hintereisferner in Tirol, werd volgens de Universiteit van Innsbrück al op 22 juni van dit jaar het punt bereikt waarop er meer sneeuw en ijs smelt dan er afgelopen winter is bijgekomen. Al sinds 1952 houden ze dit bij en niet eerder werd dit punt al zo vroeg in het jaar bereikt. Zelfs in de laatste twee recordjaren van verlies aan ijsmassa (2003 en 2018) werd dit punt pas eind juli bereikt. Een meetstation op de Weissfluhjoch in Zwitserland laat een vergelijkbaar fenomeen zien. Op 6 juni was de helft van het sneeuwoppervlak weggesmolten, gemiddeld is dit pas op 28 juni.
Het geringe zomersneeuwdek komt door de milde, droge (vooral Alpenzuidzijde) en zonnige winter en lente in de Alpen. In Zwitserland lag de temperatuur in de winter en het voorjaar van 2021-2022 respectievelijk 1,1 °C en 1,2 °C boven het gemiddelde van 1991−2020. De Oostenrijkse winter en voorjaar waren in de bergen 0,7 °C warmer dan normaal.
In mei had het zuidwesten van Europa te maken met een vroege hittegolf. Ook in Oostenrijk en Zwitserland zijn hitterecords verbroken. Van 15 tot 22 juni vond een tweede hittegolf plaats. Juni verliep in de Oostenrijkse Alpen 2,8 °C en in Zwitserland 2,7 °C boven het normaal van 1991-2020. Warme lucht uit Afrika bracht ook meermaals Saharazand met zich mee (figuur 2). Het zand kleurde de sneeuw oranje die daardoor extra zonlicht opnam en sneller smolt.
Of de ijsmassa van een gletsjer groeit of krimpt hangt af van de balans tussen aangroei in de winter door sneeuwval en verlies in de zomer door afsmelten van sneeuw en ijs. Koude-invallen in het zomerseizoen zijn hierbij heel bepalend: een vers wit sneeuwdek weerkaatst het zonlicht bijna volledig en gaat het afsmelten tot wel een week tegen. Bij oude, donkerder gekleurde sneeuw kan in een week tijd wel een halve meter sneeuw wegsmelten van een Alpengletsjer.
Zelfs als deze zomer niet bijzonder warm wordt, is de verwachting dat het massaverlies op bijvoorbeeld de Hintereisferner extreem zal zijn. De helft van de gletsjer is zijn beschermende sneeuwdek aan het begin van de zomer al kwijt (figuur 3). Warmere voorjaren en zomers in de Alpen nemen toe bij klimaatverandering. Onderzoekers van de Universiteit van Innsbruck verwachten dat de Hintereisferner per jaar gemiddeld 5% van zijn volume zal verliezen. Hun sombere conclusie luidt dat over enkele decennia er nog weinig gletsjers over zijn in Oostenrijk.
In het Limburgse Horst is een nieuw automatisch weerstation geïnstalleerd door het KNMI. De verwa...
20 november 2024 - Nieuwsbericht2024 wordt vrijwel zeker het warmste jaar ooit gemeten. Waar we vorig jaar nog net onder de 1,5 g...
19 november 2024 - KlimaatberichtIn slechts tien dagen tijd hebben vier tyfoons de Filipijnen getroffen. Dit is een unieke gebeurt...
19 november 2024 - NieuwsberichtDe herfst is in volle gang: de dagen worden snel korter en de bladeren vallen van de bomen. De te...
13 november 2024 - Klimaatbericht