De laatste ijstijd eindigde zo’n 12.000 jaar geleden. Krijgen we nog een nieuwe ijstijd of warmt de aarde zo sterk op dat we de natuurlijke afwisseling van ijstijden doorbreken?
Interglacialen, de relatief korte periodes tussen ijstijden (glacialen) in, zoals het huidige tijdperk het Holoceen, kenmerken zich door milde omstandigheden. Gedurende de afgelopen miljoen jaar zijn de ±100.000 jaar lange glacialen echter de norm, met enorme ijskappen in Noord-Amerika en Eurazië (figuur 1). De temperatuur in onze regio was gemiddeld zo’n 10 graden lager dan nu, en tijdens periodes van maximale ijsuitbreiding was het nóg kouder: 15 - 20 °C (figuur 2).
De afwisseling tussen glacialen en interglacialen wordt grotendeels bepaald door de hoeveelheid zonnestraling die de aarde bereikt
De afwisseling tussen glacialen en interglacialen wordt grotendeels bepaald door de hoeveelheid zonnestraling die de aarde bereikt volgens de zogenaamde Milankovitch cycli (en versterkt door langdurige mechanismen in het klimaatsysteem zoals de aangroei van ijskappen en de koolstofcyclus). Milankovich zag in dat de baan van de aarde om de zon en de stand van de aardas langzaam maar voorspelbaar varieerden, met periodes van 26.000, 41.000 en 100.000 jaar.
Deze cyclische veranderingen zorgen ervoor dat de zonnestraling in de zomer op onze breedtegraden langzaam fluctueert. In periodes met weinig zonnestraling wordt het kouder en kunnen gletsjers en ijskappen aangroeien, en andersom. Zo valt het einde van het vorige interglaciaal (het Eem, genoemd naar het riviertje dat door Amersfoort stroomt) en het begin van de laatste ijstijd (±120.000 jaar geleden) samen met een uitgesproken minimum in zonne-instraling.
Uit analyses van de groei van ijskappen in het verleden blijkt dat ijstijden uitsluitend beginnen als de zonnestraling in de zomer zeer minimaal is (figuur 3). Na de eerste sterke aanwas zijn deze baby-ijskappen groot genoeg om daaropvolgende maxima in zonnestraling te “overleven”. Het einde van een ijstijd (de deglaciatie) valt vaak samen met een maximum in zonnestraling waardoor de inmiddels enorme ijskappen instabiel worden en versneld afsmelten.
Omdat de Milankovitch cycli worden veroorzaakt door de aantrekkingskracht van zon, maan, en planeten, kunnen deze ook voor de toekomst worden berekend (figuur 3, rechts). Wat blijkt? Het eerstvolgende minimum in zonnestraling volgt pas over 15.000 jaar, en het daaropvolgende over 45.000 jaar. Bovendien is de hoeveelheid zonnestraling in deze minima nog relatief groot, dus is het maar de vraag of ze een ijstijd kunnen initiëren.
De mens zal voorlopig een volgende ijstijd niet meemaken
Daar komt bovenop dat in het Antropoceen de temperatuur is gestegen door de extra uitstoot van broeikasgassen. Logisch gevolg is dus dat de mens voorlopig een volgende ijstijd niet zal meemaken en dat een nieuwe ijstijd de huidige razendsnelle broeikasopwarming niet gaat ombuigen.
Ellen Verolme start 1 februari 2025 als directeur bij het Koninklijk Nederlands Meteorologisch In...
03 december 2024 - NieuwsberichtOp 30 november is het Atlantische orkaanseizoen officieel afgesloten. Dit jaar is het seizoen bij...
02 december 2024 - NieuwsberichtMet een gemiddelde temperatuur van 11,7 °C tegen een langjarig gemiddelde van 10,9 °C was de herf...
29 november 2024 - NieuwsberichtDe afgelopen tijd is Nederland in alle seizoenen opgewarmd. In de winter is de temperatuur in het...
27 november 2024 - Klimaatbericht