Een sneeuwdag in februari

Sneeuwen deed het op 8 februari als niet eerder deze winter. Vooral in het midden van het land viel veel, op veel plaatsen 5 tot 10 cm. Dankzij onze voorwaarschuwing en het Weeralarm was iedereen tijdig gewaarschuwd en werd rekening gehouden met de sneeuw.

Verschillende instanties namen, na ervaringen met het laatste weeralarm voor zware storm van 18 januari jl., nu tijdig maatregelen om problemen op de weg en bij het openbaar vervoer zoveel mogelijk te beperken of voorkomen. In verhouding tot andere landen, die hetzelfde sneeuwgebied te verwerken kregen, viel de overlast in ons land volgens nieuwsberichten in de media naar verhouding mee. Hierbij speelde ongetwijfeld ook het tijdstip een rol: België en Engeland hadden al in de ochtendspits te maken met de sneeuw, terwijl het in ons land juist na de ochtendspits begon te sneeuwen.

Recordrustige avondspits
 “Het weeralarm, dat in de loop van de avond werd ingetrokken, zorgde er in de avondspits zelfs voor dat er vrijwel geen files waren. Om half zes, normaal het drukste tijdstip, stond er slechts twaalf kilometer file op de wegen, volgens de ANWB een laagterecord. Op een doordeweekse dag is 200 kilometer normaal. Volgens de ANWB heeft het frequent strooien en een stijgende temperatuur ervoor gezorgd dat de avondspits zo rustig verliep. Ook zijn veel mensen eerder naar huis gegaan of thuis gebleven” (bron: Trouw).

Hoeveel neerslag is er gevallen? 
Hoeveel sneeuw exact er overdag heeft gelegen zal nooit in de klimatologische statistieken zijn terug te vinden. Op de weerstations van het KNMI wordt de sneeuwdikte eenmaal per dag, ’s ochtends om 10 uur gemeten. Juist op dat moment trok het sneeuwgebied het land binnen, terwijl in de loop van de middag de temperatuur van het zuiden uit al boven nul kwam en de dooi inzette. Bij de eerstvolgende meting van het sneeuwdek op vrijdagochtend was de meeste sneeuw dus alweer verdwenen. De neerslagaftappingen in vloeibare vorm van vrijdagochtend geven wel een goede indicatie van de sneeuwhoeveelheden. Uit nader onderzoek blijkt dat het grootste deel van de neerslag in ons land in de vorm van sneeuw viel, alleen in het uiterste zuiden en zuidoosten van ons land viel de neerslag voor ongeveer de helft in de vorm van regen.

Alles over het Weeralarm
Het KNMI startte na een proefperiode in het jaar 2000 met het Weeralarm. Uit onderzoek door Intomart bleek al kort na invoering dat driekwart van de Nederlandse bevolking bekend was met het Weeralarm en ruim een derde maatregelen treft om gevaar of overlast te voorkomen. Een meerderheid vindt dat achteraf zinvol. Tot de zomer van 2005 gaf het KNMI 30 keer een Weeralarm af, waarvan er 25 terecht waren. Tussen het najaar van 2005, toen de criteria voor het geven van een Weeralarm zijn aangescherpt, en het najaar van 2007 heeft het KNMI acht keer een Weeralarm afgegeven die alle terecht waren.

Waardoor smolt de sneeuw?
Gerrit Hiemstra van WeerOnline onderzocht de sneeuwval van 8 februari en het bijbehorende weeralarm. Dankzij het Weeralarm van het KNMI konden wegbeheerders tijdig de juiste hoeveelheid zout strooien. Bovendien leidde het Weeralarm en de communicatie daarover tot een beperkt verkeersaanbod  waardoor ernstige problemen uitbleven. Was er meer verkeer geweest dan waren er waarschijnlijk files ontstaan met als gevolg een slechte menging van zout, sneeuw en smeltwater. Het zout werkt dan onvoldoende, de sneeuw blijft liggen en verandert door het traag rijdende verkeer in een ijsplaat met alle gevolgen vandien.