Januari was gemiddeld over de wereld weer eens koud

De koudegolf in China en centraal Azië en de sterke La Niña hebben de wereldgemiddelde temperatuur in januari omlaag geduwd. Wereldwijd was deze maand de koudste van de laatste jaren. De koudere variant doet niets af aan de geleidelijke opwarming.

Zulke schommelingen van de wereldgemiddelde temperatuur komen vaker voor en horen bij de grillen van weer en klimaat. Met name maandgemiddelden kennen door de grillen van het weer een veel grotere variabiliteit, vooral in de winter. De opwarmende trend in de jaargemiddelde temperatuur is alleen duidelijk over periodes van 10 jaar en langer.

De temperatuur van het landoppervlak was in januari 2008 ongeveer een graad lager dan de trend. Dit komt vooral door de extreme koude in centraal Azië. In Turkmenistan, Oezbekistan, Zuid-Kazachstaan en Noordwest-Afghanistan was het meer dan 10 graden kouder dan normaal. Ook in Mongolië en Oost-China was het tot vier graden kouder dan normaal. Dit werd gedeeltelijk gecompenseerd door extreem zacht weer in het noorden van Rusland.

Sinds najaar 2007 is La Niña actief in de Stille Oceaan. Dit is een afkoeling van het zeewater langs de kust van Zuid-Amerika en de evenaar. Het water koelt af omdat een sterkere passaatwind meer koud water dan anders uit de diepe oceaan naar boven brengt in deze gebieden. Een La Niña van de huidige sterkte, die zich gemiddeld eens in de 30 jaar voordoet, veroorzaakt een afwijking in de wereldgemiddelde temperatuur van ongeveer -0.16°C. Een derde van de mondiale afwijking van januari 2008 is dus terug te voeren op La Niña.