Klimaatverandering is tastbaar geworden. De warme zomer van 2018 was hier een voorbeeld van. Om inzicht te krijgen in hoe onze toekomst eruit ziet, is verder klimaatonderzoek nodig. Maar zonder wereldwijde waarnemingen is dat onderzoek niet mogelijk. De Wereld Meteorologische Organisatie (WMO) zorgt voor het in stand houden van dit wereldwijde meetnetwerk. De WMO viert 23 maart haar verjaardag.
De kracht van de zon hebben we vorige zomer ervaren met 60 warme dagen achter elkaar en 2 hittegolven
De Zon, de Aarde en het Weer (The Sun, the Earth and the Weather) is dit jaar het thema van de Wereld Meteorologische Dag. Het richt zich op het belang van de zon in ons dagelijks leven, maar ook op de gevolgen van de hoeveelheid zon. Klimaatverandering leidt steeds vaker tot extreem weer van heftige neerslag tot hoge temperaturen.
De kracht van de zon hebben we in de zomer van 2018 ervaren met in Nederland zestig warme dagen achter elkaar en twee hittegolven. Naast extreem warm was het vorige zomer ook extreem zonnig en zeer droog. In totaal registreerden KNMI-meetstations 2090 zonuren tegen 1639 normaal. Met een gemiddelde van 11,3 °C was 2018 het vijfde zeer warme jaar op rij. Het was het op een na - 2014 - warmste jaar sinds het begin van de metingen. Dit beeld past in de trend van een opwarmend klimaat.
De WMO is de overkoepelende organisatie van de meteorologische en hydrologische instellingen in de wereld waar 185 lidstaten, waaronder Nederland, en 6 lidstaat gebieden bij aangesloten zijn. De organisatie is van groot belang voor internationale samenwerking, de uitwisseling van meteorologische gegevens en producten en het bevorderen van wetenschappelijk onderzoek op het gebied van weer en klimaat.
Weerberichten zoals we die tegenwoordig kennen zouden zonder de WMO niet gemaakt kunnen worden. Voor het maken van weerberichten en voor klimaatonderzoek zijn waarnemingen nodig. Het in stand houden van het wereldwijde waarnemingsnetwerk is een van de voornaamste taken van de WMO. De organisatie stelt richtlijnen op aan welke eisen weerstations, weerkundige waarnemingen en meetinstrumenten moeten voldoen zodat overal in de wereld op dezelfde manier naar het weer wordt gekeken.
De wortels van de WMO liggen in Nederland. Professor Buys Ballot, oprichter van het KNMI, nam in 1873 het initiatief tot de eerste Internationale Meteorologische Organisatie (IMO). Volgens Buys Ballot was het van fundamenteel belang voor weersverwachtingen en klimaatonderzoek een wereldwijd netwerk in te richten voor meteorologische waarnemingen met een vrije uitwisseling van gegevens tussen de verschillende landen. Buys Ballot nam het initiatief tot de eerste Internationale Meteorologische Organisatie, de voorloper van de WMO.
Buys Ballot kreeg veel bijval van zijn vakgenoten. Met zijn voorstel zette hij Utrecht, waar het KNMI toen gevestigd was in de sterrenwacht Sonnenborgh, op de wereldkaart. Op 23 maart 1950 werd de IMO omgedoopt tot de WMO en werd het een gespecialiseerde organisatie van de Verenigde Naties met het hoofdkantoor in Genève.
De WMO is ook de spin in het web op het gebied van de klimaatproblematiek. Samen met het United Nations Environmental Programme (UNEP) stelde de WMO het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) in, een gezaghebbend orgaan voor klimaatwetenschappen in relatie tot de politiek.
Op dit moment nadert de klimaatconferentie COP29 in Azerbeidzjan zijn einde. Hoe staat het met de...
22 november 2024 - KlimaatberichtIn het Limburgse Horst is een nieuw automatisch weerstation geïnstalleerd door het KNMI. De verwa...
20 november 2024 - Nieuwsbericht2024 wordt vrijwel zeker het warmste jaar ooit gemeten. Waar we vorig jaar nog net onder de 1,5 g...
19 november 2024 - KlimaatberichtIn slechts tien dagen tijd hebben vier tyfoons de Filipijnen getroffen. Dit is een unieke gebeurt...
19 november 2024 - Nieuwsbericht