KNMI ontvangt eerste windmetingen nieuwe satelliet

De eerste windvelden waargenomen door de Europese weersatelliet MetOp zijn binnen. Dat betekent dat de ASCAT scatterometer aan boord van de satelliet goed werkt. KNMI-onderzoeker Ad Stoffelen is opgelucht en enthousiast over de eerste resultaten.

Het Amerikaanse NOAA en het hoofdkwartier van de NASA hebben EUMETSAT en het KNMI gefeliciteerd met deze eerste windprodukten. De eerste windkaarten beantwoorden volledig aan de hoge verwachtingen.

Eerste polaire Europese weersatelliet
De MetOp-A, die op 19 oktober jl. werd gelanceerd, is de  eerste polaire Europese Weersatelliet. Met de MetOp-A, die op een hoogte van 800 kilometer rond de aarde draait, is het EUMETSAT Polar System (EPS) programma gestart, dat voorziet in de lancering en operatie van drie satellieten in de periode 2006-2020. Tot voor kort beschikte alleen de Amerikanen over polaire weersatellieten, de bekende NOAA’s. In combinatie met de MetOp is nu een veel vollediger beeld van de atmosfeer rond de aarde beschikbaar.

Wat zien we?
De rode pijlen zijn winden die het KNMI heeft berekend uit de gegevens van de ASCAT-scatterometer aan boord van de MetOp-satelliet. De groene pijlen zijn de  windgegevens van het Europees Weercentrum in Reading ter referentie. De onderliggende radar meetgegevens en de procedure voor de berekening van de wind zijn nog niet gecalibreerd. EUMETSAT is samen met het KNMI scatterometer team druk doende om ook de kwaliteit van deze gegevens te borgen. Samenwerking met de Amerikanen
Ook het Amerikaanse NOAA gaat samen met het KNMI bijdragen aan de calibratie en validatie door in januari en september met hun geavanceerde scatterometer in een vliegtuig metingen te doen in de METOP-A ASCAT scatterometer windbanen.

Inmiddels zijn alle elf instrumenten, die de MetOp-A aan boord heeft en die ontwikkeld zijn door EUMETSAT en ESA, getest en goed bevonden en druppelen de eerste gegevens binnen. Ook de Advanced Scatterometer (ASCAT), waaraan het KNMI een belangrijke bijdrage geleverd voor het testen en de ontwikkeling van software werkt dus volledig naar wens. De ASCAT levert gegevens op van de wind boven zee. De hoeveelheid microgolfstraling, gemeten door de ASCAT antennes, neemt toe bij toenemende ruwheid van het zeeoppervlak. Doordat de antennes vanuit verschillende hoeken naar dezelfde locatie op het zeeoppervlak kijken, kan uit de metingen zowel de windsnelheid als -richting worden afgeleid in een brede baan op het zeeoppervlak. Behalve de wind op zee in alle weersomstandigheden, levert de scatterometer ook informatie op van het vocht in de bodem en het zeeijs in de poolgebieden.  

Het KNMI verwerkt nu gegevens van de ESA ERS-2 scatterometer en de NASA/NOAA SeaWinds scatterometer aan boord van de QuikScat satelliet. In het voorjaar van 2007 zal het KNMI ook de ASCAT windprodukten de wereld gaan insturen. Regionale gegevens zullen binnen 30 minuten na de meettijd beschikbaar zijn en dat is een unicum voor scatterometer windgegevens, mondiale gegevens zullen na 2,5 uur beschikbaar zijn.