Lente 2002: weer was gunstig voor vroege ontwikkeling flora

"Het weer in de winter en het voorjaar van 2002 was in alle opzichten gunstig voor een vroege ontwikkeling van de flora." Dat meldt Baltus Zwart, oud-meteoroloog KNMI die de ontwikkelingen in de natuur op de voet volgt.

"Het bijzonder vroege voorjaar, vooral tot uiting gekomen bij de flora, kwam tot stand doordat vrijwel alle weersfactoren gunstig hebben samengewerkt. De gemiddelde temperatuur was over het gehele land genomen vanaf januari steeds één tot twee graden boven het langjarig gemiddelde (in februari zelfs vier graden), en het aantal zonne-uren steeds ongeveer tien procent hoger dan normaal. In januari en februari viel voldoende regen om in de daaropvolgende droge perioden watergebrek te voorkomen. We hebben kunnen genieten van een uitbundige bloei, die deze gunstige weersomstandigheden hebben veroorzaakt. Hoewel de bloei voor de meeste planten erg vroeg was, zijn er ten opzichte van de periode na 1987 toch geen records gebroken. De jaren 1989 en 1990 waren in de meeste gevallen nog vroeger. Enkele voorbeelden. Het uitlopen van de beuk begon dit jaar op 17 april (in 1989, 1990 en 1993 op dezelfde datum, in 1995 op 14 april), maar vóór 1988 vrijwel steeds niet eerder dan in de eerste dagen van mei. De bloei van de Pinksterbloemen begon voor het midden van het land op 27 maart (in 1989 en 1990 op de dezelfde datum), maar vóór 1988 steeds niet eerder dan in april. Het fluitenkruid begon te bloeien op 7 april (in 1989 op 12 maart en in 1990 op 28 maart). Merkwaardig was wel dat een enkel exemplaar in 2002 al in de winter bloeide. De witte meidoorn bloeide op 22 april (in 1989 en 1998 op dezelfde datum en in 1990 op 18 april), vóór 1988 veelal pas in mei. De vlier bloeide op 17 mei (in 1990 op 6 mei), vóór 1988 vrijwel altijd begin juni. De dennen stoven vanaf 15 mei (in 1990, 1995 en 2000 op 4 mei), vóór 1988 eind mei of begin juni.

De vervroeging van de bloei bleef doorgaan in de eerste zomermaand. Planten, die gewoonlijk pas in juli of augustus tot bloei komen, waren in de tweede helft van juni al van de partij zoals de aardappel, de tuinheester Budleja en de vaste plant de vlambloem (Phlox drummondii). In de tweede helft van juni stonden Jacobskruiskruid en akkerdistel in de bermen reeds in volle bloei. Eind juni waren de vroegste exemplaren van de valeriaan en de tuinplanten Hosta’s en Hemerocallis al bloeiend te zien. De junibloeiers klaproos en lupine bloeiden al vanaf half mei."

Alle data gelden voor het midden van het land (veelal omgeving De Bilt). Landgemiddelden van de bloeitijden, verkregen uit door Arnold van Vliet uitgewerkte gegevens van waarnemingen over het gehele land zijn te vinden op de website van Vroege Vogels (de Natuurkalender

Met dank aan Baltus Zwart, oud-meteoroloog KNMI