De opwarming van Nederland zet onverminderd door en loopt in grote lijnen in de pas met de wereldwijde klimaatverandering. De opwarming in ons land is bovendien versterkt doordat het vaker uit het zuidwesten waaide met name in de late winter en het vroege voorjaar. De wijzigingen in het windklimaat houden mogelijk verband met de door de mens veroorzaakte afbraak van de ozonlaag en versterking van het broeikaseffect.
Dat zijn de belangrijkste en opmerkelijke conclusies in "De toestand van het klimaat in Nederland" het vierde klimaatrapport van het KNMI. Het eerste exemplaar van dat rapport is op 28 mei in De Bilt aangeboden aan staatssecretaris Melanie Schultz van Haegen van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.
De windrichting in ons land hangt samen met de ligging van hoge- en lagedrukgebieden. De drukgebieden maken deel uit van grootschalige patronen die aan schommelingen onderhevig zijn. Recent onderzoek laat zien dat er een samenhang bestaat tussen temperatuur en wind op grote hoogte (de zogenoemde stratosfeer waarin zich de ozonlaag bevindt) en de wind aan het aardoppervlak. Zo blijkt in de winter een relatief lage temperatuur in de ozonlaag boven de Noordpool, zoals de afgelopen jaren is gemeten, samen te gaan met een sterkere westenwind aan het aardoppervlak. In ons land leidt dat op leefniveau in de winter en in de lente tot hogere temperaturen. Hierin schuilt een deel van de verklaring voor het warmere klimaat dat we de laatste tientallen jaren beleven.
Voor het overige deel hangt het verloop van de Nederlandse temperatuur samen met verschijnselen die een wereldwijde invloed hebben: vulkaanuitbarstingen, zonneactiviteit, chaotische schommelingen en vanaf het midden van de 20e eeuw het door de mens versterkte broeikaseffect. De menselijke invloed is tegenwoordig de overheersende factor.
De afkoeling van de stratosfeer boven de Noordpool in de late winter en het vroege voorjaar, die opmerkelijk genoeg dus vermoedelijk bijdraagt aan de opwarming van de onderste luchtlagen boven Nederland, wordt veroorzaakt aan de afbraak van ozon en de toename van broeikasgassen door menselijke activiteiten. Uit het onderzoek blijkt dat vooral de late winters en vroege lentes in de tweede helft van de 20e eeuw aanmerkelijk warmer zijn geworden door veranderingen in de overheersende wind naar een meer zuidwestelijke richting.
Uit de meetgegevens van het KNMI blijkt dat de opwarming in ons land de afgelopen jaren onverminderd is doorgegaan. De toptien van de warmste jaren sinds 1901 bestaat volledig uit jaren vanaf 1989. De verhoogde temperaturen hebben gevolgen voor de natuur en de samenleving. Deels in samenhang met het warmere weer is ook de hoeveelheid neerslag toegenomen.
De komende decennia verwacht het KNMI nog grotere klimaatveranderingen: de invloed van de mens neemt toe waardoor in de loop van de 21e eeuw de wereldgemiddelde temperatuur verder stijgt met 1 tot 6 graden. Dat leidt tot meer en heviger neerslag en een zeespiegelstijging met 10 tot 90 cm. In Nederland heeft dat verstrekkende gevolgen voor met name de waterhuishouding.
Op dit moment nadert de klimaatconferentie COP29 in Azerbeidzjan zijn einde. Hoe staat het met de...
22 november 2024 - KlimaatberichtIn het Limburgse Horst is een nieuw automatisch weerstation geïnstalleerd door het KNMI. De verwa...
20 november 2024 - Nieuwsbericht2024 wordt vrijwel zeker het warmste jaar ooit gemeten. Waar we vorig jaar nog net onder de 1,5 g...
19 november 2024 - KlimaatberichtIn slechts tien dagen tijd hebben vier tyfoons de Filipijnen getroffen. Dit is een unieke gebeurt...
19 november 2024 - Nieuwsbericht