Door klimaatverandering neemt het aantal warme dagen toe en neemt het aantal koude dagen af. Vooral veranderingen bij extreme temperaturen krijgen veel aandacht, maar het zijn juist de dagen met gewone temperaturen waarvan er het meest bijkomen of afgaan. Hoe zit dat?
In de media krijgen vooral dagen met extreme temperaturen veel aandacht. Dit geldt zowel voor de zomer als voor de winter, en zowel voor hoge temperaturen die er vroeger niet waren als voor het uitblijven van lage temperaturen die er vroeger wel waren: ‘extreme hitte past in trend’, ‘waar is de gewone Hollandse zomer gebleven?’, ‘terrasweer in februari', ‘Elfstedentocht nog slechts een droom’. Veranderingen in het aantal dagen met extreme temperaturen vallen het meest op, maar de grootste veranderingen zien we in het aantal dagen met gewone temperaturen.
We nemen de meetreeks van De Bilt en tellen in de periode 1991-2020 hoe vaak er dagen zijn voorgekomen met een bepaalde etmaalgemiddelde temperatuur (figuur 1). Dat doen we apart voor dagen in het zomerhalfjaar (april-september, rood), het winterhalfjaar (oktober-maart, blauw) en het hele jaar (zwart). In één oogopslag zie je dan hoe vaak een bepaalde temperatuur, in stapjes van een graad, gemiddeld per (half)jaar voorkomt.
De temperatuurverdeling voor het zomer- en winterhalfjaar lijkt op een zogeheten normale verdeling: klokvormig, met de grootste aantallen in het midden en kleinere aantallen links en rechts daarvan. Als je deze twee verdelingen optelt tot de verdeling voor het hele jaar, krijg je een verdeling met twee maxima en daartussen een dipje. De twee maxima komen overeen met de temperaturen die in het zomer- en winterhalfjaar het meeste voorkomen.
Als we de temperatuurverdeling in de periode 1961-1990 vergelijken met 1991-2020, dan zien we dat de hele verdeling ruim één graad naar rechts verschuift (figuur 2). Nederland is in 30 jaar tijd ruim één graad opgewarmd.
Hoe de temperatuurverdeling precies is veranderd, zie je beter als je het verschil neemt (figuur 3). Het blijkt dat in het zomerhalfjaar er vooral dagen met temperaturen tussen de 15 en 20 graden bijkomen en dagen tussen de 10 en 15 graden verdwijnen. Dit zijn voor het zomerhalfjaar heel gewone temperaturen, niet hoog en niet laag. In het winterhalfjaar komen er vooral dagen tussen de 5 en 10 graden bij, en verdwijnen er dagen tussen de 0 en 5 graden. Voor het winterhalfjaar zijn dit heel gewone temperaturen.
De opwarming van Nederland tussen beide periodes komt uiteindelijk door de dagen die er bij hogere temperaturen bijkomen, en de evenzoveel dagen die er bij lagere temperatuur verdwijnen (het totaal aantal dagen veranderd uiteraard niet). Het gaat hierbij om maar ongeveer 10 procent van het totale aantal dagen. Voor de overige 90 procent van de dagen is de temperatuur niet veranderd, deze dagen dragen niet bij aan de opwarming, ze zijn hooguit wat anders over het jaar verdeeld.
Vandaag is het de dag van de mensenrechten. Het recht op leven, gezondheid, eigendom en wonen sta...
10 december 2024 - KlimaatberichtKNMI klimaatgedicht 2024
05 december 2024 - KlimaatberichtDe nieuwe weersatelliet Meteosat 12 is vanaf vandaag operationeel. Deze satelliet is de eerste va...
04 december 2024 - NieuwsberichtEllen Verolme start 1 februari 2025 als directeur bij het Koninklijk Nederlands Meteorologisch In...
03 december 2024 - Nieuwsbericht