Het wil dit jaar niet echt vlotten met de lente. De zon is vaak aanwezig, maar toch is het relatief koud. Oorzaak is de wind die steeds uit het noorden waait. Dat is uitzonderlijk. Gemiddeld is het in april bijna 2 graden warmer geworden sinds 1975. Dat geldt voor alle windrichtingen. Maar als de noordenwind waait, hebben we ondanks dat het gemiddeld warmer wordt, een relatief koude lente.
Het koude weer in april heeft de lente dit jaar wat uitgesteld. Heel vaak waaide de wind uit het noorden, koude poollucht met zich meevoerend (figuur 1). De ‘uitsmijter’ kwam rond 5 april, toen met een krachtige tot harde noordenwind ijskoude lucht afkomstig van de Noordpool naar Nederland werd gevoerd. In deze koude lucht ontstonden talrijke hagel- en sneeuwbuien die ervoor zorgden dat het op veel plaatsen korte tijd wit werd.
Koude dagen in april hangen nauw samen met de windrichting (figuur 1). De koudste aprildagen in De Bilt komen het meest voor als de wind uit een noord(westelijke) richting komt. Tussen 1961-2021 was dit het geval op ruim 25% van de aprildagen. Dit jaar was uitzonderlijk met meer dan 50% van zulke dagen. De warme (zuid)oostelijke windrichtingen kwamen dit jaar vrijwel niet aan bod. Het gevolg is een uitzonderlijk koude aprilmaand, ondanks dat april nu gemiddeld bijna 2,5 graden warmer is dan begin vorige eeuw.
De windrichting varieert niet alleen van dag tot dag, ook langjarige variaties komen voor. Deze variaties leiden tot langjarige schommelingen in de temperatuur (figuur 2). Het aantal dagen in april met wind uit noordelijke richtingen varieert sinds 1961 tussen 5 en 20. Vanaf 1980 tot 2000 zien we een duidelijke afname die samenvalt met een sterke temperatuurstijging in april. Sinds 2005 zien we weer vaker noordenwind en vlakt de temperatuurstijging af.
Wereldwijd warmt het klimaat geleidelijk op door de stijgende concentraties broeikasgassen, ook in Nederland. De variaties in noordenwind zorgen voor temperatuurschommelingen rond deze geleidelijk opwarmende trend. Dit wordt duidelijk als we het klimaat rond 1961-1980 vergelijken met 1991-2020 (figuur 3). Gemiddeld is de temperatuur in april nu bijna 2 graden warmer dan rond 1975 (8 graden toen en 9,9 graden nu). Een deel van die opwarming hangt samen met het minder vaak voorkomen van wind uit de koude noordelijke richtingen (34% toen en 25% nu) en vaker wind uit het doorgaans warmere zuiden (20% toen en 25% nu).
Of de kans op noordenwind blijvend afgenomen is door de opwarming van het klimaat, dat weten we niet. De oorzaak voor de langjarige variaties in noordenwind is onderwerp van lopend onderzoek en hangt mogelijk samen met variaties in oceaanstromingen of veranderingen in de stratosferische straalstroom. Deze april maakt in elk geval duidelijk dat we van de noordenwind nog niet af zijn.
In het Limburgse Horst is een nieuw automatisch weerstation geïnstalleerd door het KNMI. De verwa...
20 november 2024 - Nieuwsbericht2024 wordt vrijwel zeker het warmste jaar ooit gemeten. Waar we vorig jaar nog net onder de 1,5 g...
19 november 2024 - KlimaatberichtIn slechts tien dagen tijd hebben vier tyfoons de Filipijnen getroffen. Dit is een unieke gebeurt...
19 november 2024 - NieuwsberichtDe herfst is in volle gang: de dagen worden snel korter en de bladeren vallen van de bomen. De te...
13 november 2024 - Klimaatbericht