Ondervindt luchtvaart in de toekomst meer overlast door hitte?

Afgelopen juni kreeg het zuidwesten van de Verenigde Staten te maken met een hittegolf waarbij de temperatuur op het vliegveld in Phoenix (Arizona) zelfs steeg tot 47,7 ˚C. Hierdoor konden de Bombardier CRJ vliegtuigen enige tijd niet meer opstijgen en moesten enkele vluchten worden geannuleerd of uitgesteld.

Dergelijke problemen ontstaan wanneer de lucht zodanig opwarmt dat de luchtdichtheid sterk afneemt en de lucht dus ijler wordt, waardoor het voor vliegtuigen lastiger of zelfs onmogelijk wordt om voldoende lift te krijgen om op te stijgen. Deze effecten verschillen per type vliegtuig; zo ligt volgens de certificering de kritische grens bij het opstijgen voor bepaalde kleinere (oudere) toestellen rond 47 ˚C, terwijl deze bij moderne grotere Boeing en Airbus toestellen pas bij 50 ˚C ligt.

Echter ook bij minder extreme temperaturen kunnen door de afgenomen draagkracht met name zware toestellen soms al minder lading of passagiers meenemen. Dit gebeurt vooral op vliegvelden met relatief korte landingsbanen, waar vliegtuigen minder snelheid kunnen maken alvorens op te stijgen. Op Schiphol zijn de banen overigens lang genoeg en zijn er doorgaans geen maatregelen nodig.

Onderzoek heeft uitgewezen dat naast een stijging van de gemiddelde temperatuur ook veranderingen in het stromingspatroon kunnen leiden tot meer en sterkere  hittegolven wereldwijd.  Daarnaast hebben onderzoekers onlangs aangetoond dat in ieder geval voor een aantal grote Amerikaanse luchthavens het aantal dagen met hitte-gerelateerde beperkingen voor de luchtvaart geleidelijk is toegenomen. Het lijkt aannemelijk dat in een verder opwarmend klimaat deze trend zich zal voortzetten en dat de overlast wereldwijd zal toenemen.

KNMI-klimaatbericht door Yorick de Wijs