Een groot meteoroloog, een vakman op het gebied van weerkaartanalyses. Dat is unaniem het beeld dat opkomt als ik z'n collega's uit de vroegere weerdienst spreek. Uit die gesprekken en persoonlijke herinneringen heb ik een overdenking samengesteld
Al op zeer jeugdige leeftijd interesseerde Postma zich voor het weer. In 1922, ging vader Postma akkoord dat zijn zoon een abonnement kreeg op het weerkaartje van het KNMI. De interesse bleef en resulteerde in een studie natuurkunde aan de Universiteit van Utrecht. Postma deed tentamen bij professor van Everdingen, destijds de hoofddirecteur van het KNMI. Op 1 juli 1938 werd hij aangesteld als tijdelijk wetenschappelijk assistent bij het Instituut. In 1943 kreeg hij een vast dienstverband. De Duitse bezetting drukte in de oorlog zwaar op het KNMI. Het gaf Postma echter de mogelijkheid een belangrijke bijdrage te leveren aan de leerboeken van professor Bleeker.
Postma en Bleeker waren volledig ingevoerd in de meteorologie van de Noorse school. Dat feit heeft er sterk aan bijgedragen dat de Amerikanen hen na de bevrijding direct toestemming gaven om snel een moderne weerdienst en een goed waarnemingsnetwerk op te bouwen. Die modernisering voorkwam dat Nederland op meteorologisch gebied een achterstand opliep. Postma introduceerde in 1951 het eerste Nederlandse weerkaartje voor televisiegebruik in het NTS-journaal.
De nauwgezette manier waarop hij werkte bleef niet onopgemerkt. Op 1 juli 1952 werd Postma benoemd tot directeur van de 2e afdeling, de afdeling weerdienst en luchtvaartmeteorologie. Hoewel hij directeur was, bleef het echte meteorologenwerk hem bezig houden. Hij was niet weg te slaan uit de weerkamer. Dat leidde soms wel eens tot heftige discussies met collega's. Niet verwonderlijk, meteorologen zijn nou eenmaal eigenwijs, als het gaat om meningen over de weersontwikkelingen. Eén ding kan echter van Postma gezegd worden, hij was absoluut niet rancuneus. Meningsverschillen prima, maar hij liet dat ook weer snel bezinken. Maar niemand is perfect en ook hij had wel eens een verwachting die niet uitkwam. Befaamd is het antwoord dat hij gaf toen de door hem voorspelde regen uiteindelijk uitbleef: "Ja, er waren toch teveel vochtvijandige deeltjes".
Postma was een gedreven meteoroloog, niet alleen de kaarten maar ook de lucht hield hij nauwlettend in de gaten. Op een middag naderde een zwaar onweer De Bilt. De meteorologen Bijvoet, Postma en Timmerman waren op dienst en met z'n drieën gingen ze de radartoren op om het nog beter te kunnen bekijken. Op een bepaald moment kwam het onweer wel erg dichtbij en de bliksem sloeg her en der op geringe afstand al in. Geen van allen wilde echter laten merken dat het eigenlijk te gevaarlijk werd en ze bleven maar kijken. Om toch een uitweg te vinden zei Postma op het laatst: "kom we gaan weer aan 't werk."
Postma had een zeer goed analytisch vermogen, hij analyseerde 3-dimensionaal. Hij wist nog precies de voorgaande waarnemingen die door schepen waren gedaan, ook al ontbraken diezelfde boten in een actuele weerkaart. Een van zijn directe collega's onderstreepte dat nog eens door te stellen dat het KNMI blij mag zijn dat ook Postma op 31 januari 1953 deel uitmaakte van de personele bezetting.
Ook op conferenties in het buitenland bewonderde men hem om zijn grote inzicht in de synoptische meteorologie. In 1959 droeg de hoofddirecteur hem voor voor een Koninklijke onderscheiding. Op 29 april werd hij benoemd tot Officier in de orde van Oranje Nassau Per 1 januari 1968 werd hij benoemd tot plv Hoofddirecteur van het KNMI. Maar hij bleef de weerkamer trouw, elke dag was hij er wel een paar keer te vinden. Hij kon buitengewoon goed kou-invallen inschatten, in dooisituaties was hij iets minder goed. Bekend was z'n uitroep: "is Jan Mayen er al?"
Het uiterst noordelijk gelegen waarnemingsstation leverde een eerste indicatie over de luchtsoort die bij noordelijke stromingen op ons af kwam. Om nog sneller een beeld van de weersontwikkelingen op te bouwen had hij zo z'n eigen methode. Je hoefde er niet vreemd van op te kijken als hijzelf over de weerkaart hing, terwijl de assistent nog bezig was met het plotten van de landstations. Hij plotte dan snel een aantal belangrijke schepen om al te zien hoe het er op de oceaan voor stond.
Postma's inzicht in de mogelijke weersontwikkeling was enorm en tot op hoge leeftijd was hij prima in staat om zwaktes in verwachtingen bloot te leggen. Ook na zijn pensionering in 1978, kwam hij bijna dagelijks op het KNMI, om zijn mening te geven. Beroemd zijn de weerexposés als hij tijdens de lunchpauze voor de kaarten op de derde verdieping stond. Die uitleg begon altijd met een terugblik, want van iedere verwachting, goed of fout, kon je leren.
De meest dramatische gebeurtenis in de 20e eeuw die door het weer is veroorzaakt, is natuurlijk de stormvloed in 1953. Postma zat er als jonge weerdienstleider, samen met Bijvoet, middenin. Al tamelijk vroeg op zaterdag 31 januari zagen ze aankomen, dat het water gevaarlijk hoog zou worden. In de loop van de dag en de avond realiseerden ze zich dat er een uiterst gevaarlijke situatie bij de Nederlandse kust zou ontstaan. Vijf jaar geleden vertelde hij me nog eens hoe machteloos hij zich voelde aan het eind van die 31e januari, toen hij geen middelen meer had om de verwachtingen nog verder bekend te maken.
Tijdens de uitreiking aan hem van één van de eerste exemplaren van het boek Weer een Eeuw (29 feb 2000) zei hij het zelf als volgt: "Ik kan mij nog goed herinneren dat ik op die bewuste zaterdagavond in het laatste uur voor middernacht nog een poging heb gedaan om de radio, die toen om twaalf uur uit de lucht zou gaan, in de ether te houden. Dat is niet gelukt want niemand, die ik op dit late uur nog wist te bereiken, durfde de verantwoordelijkheid daarvoor op zich te nemen, zodat om middernacht radiostilte in trad. Wij bleven op wacht maar wisten niet wat er zich toen afspeelde in zuidwest Nederland. De volgende zondagochtend begon, ik meen om 8 uur, de normale berichtgeving weer, en toen bleek geleidelijk aan wat een enorme ramp zich had voltrokken".
Het is de nacht van 1 februari 1953 die Postma grijze haren heeft bezorgd. Nu is er een eind gekomen aan het leven van Klaas Rienk Postma, van Meneer Postma, zoals ik en vele andere jongere collega's hem aanspraken. Toen ik op het KNMI kwam was hij net een paar maanden met pensioen. Maar dat vormde geen belemmering om hem te leren kennen als een bevlogen meteoroloog. Soms kwam ik hem tegen in de supermarkt in de Bilt. Hij had dan weer wat ontdekt op de teletekstweerpagina's en we waren zo weer een kwartier aan de praat.
Z'n scherpe herinneringsvermogen heeft hij tot het laatst behouden. Een historische weerman is er nu niet meer, maar ik denk dat ik namens alle collega's spreek als ik zeg dat hij een onuitwisbare herinnering in de wereld van het weer en van het KNMI heeft achterlaten. Moge hij rusten in vrede
door Jacob Kuiper, meteoroloog KNMI
(met dank aan o.a. B. Zwart, H. Otten, H.Timmerman, W. Moens, H. Geist, G. Haytink, W.N. Lablans, H. Geurts, J. Pelleboer (†) voor hun bereidheid met mij hun herinneringen aan de overledene te delen of wiens publicaties als bron zijn geraadpleegd)
Op dit moment nadert de klimaatconferentie COP29 in Azerbeidzjan zijn einde. Hoe staat het met de...
22 november 2024 - KlimaatberichtIn het Limburgse Horst is een nieuw automatisch weerstation geïnstalleerd door het KNMI. De verwa...
20 november 2024 - Nieuwsbericht2024 wordt vrijwel zeker het warmste jaar ooit gemeten. Waar we vorig jaar nog net onder de 1,5 g...
19 november 2024 - KlimaatberichtIn slechts tien dagen tijd hebben vier tyfoons de Filipijnen getroffen. Dit is een unieke gebeurt...
19 november 2024 - Nieuwsbericht