Nieuwsbericht

Rapport seismisch risico in Noord-Nederland

17 mei 1999

Het rapport "Seismisch risico in Noord-Nederland" geeft een schatting van het seismisch risico in Noord-Nederland: Groningen, Drenthe en Noord-Holland. De directe aanleiding voor dit rapport is de beving bij Roswinkel op 19 februari 1997 met een kracht van 3,4 op de schaal van Richter. Het is de krachtigste aardbeving die tot nu toe in verband is gebracht met gaswinning. Een indirecte aanleiding vormt de trend van het aantal schokken, in deze studie 125, en de herijking van de magnitudes voor Noord-Nederlandse bevingen.

Het seismisch risico is gedefinieerd als het product van de kans op een aardbeving, de kwetsbaarheid van de bouwwerken in het getroffen gebied en de maatschappelijke ernst of de geldswaarde van de gevolgen. Dit rapport handelt vooral over de schatting van de kans op een aardbeving. De laatste twee categorieën in de definitie van risico, kwetsbaarheid en gevolgen, kunnen worden beschreven met het begrip intensiteit. De intensiteiten, gemeten in Noord-Nederland, kunnen worden vertaald in financiële gevolgen. Hiermee kan het seismisch risico berekend worden in guldens per jaar.

Het rapport toont aan dat de vrijgekomen seismische energie in de vorm van aardbevingen constant is sinds 1993. De fluctuaties in energie zijn vooral het gevolg van de grootste bevingen. De toename van het aantal geregistreerde aardbevingen wordt voornamelijk veroorzaakt door verlaging van de detectiegrens omdat meer seismometers beschikbaar gekomen zijn.

Op basis van de aardbevingen in de periode 1986 tot 1997 is de beste schatting voor de maximale Magnitude 3,8 op de schaal van Richter. Het aantal aardbevingen in de onderzochte serie met een Magnitude groter dan 3,0 is gering. Als gevolg hiervan is het resultaat van de schatting van de maximale Magnitude afhankelijke van een individuele beving. Wanneer de grootste beving, die bij Roswinkel, wordt weggelaten, is de maximale Magnitude berekend op 3,6. Dit is conform eerdere schattingen.

De maximale intensiteit wordt geschat op VI-VII (6,5) op de Europese Macroseismische Schaal. Voor de omgeving van sommige gasvelden in Noord-Nederland kan lichte schade optreden aan veel gebouwen (geen constructie schade) en matige schade aan enkele gebouwen (licht constructieve schade, matige niet-constructieve schade). Intensiteit VI kan optreden met een overschrijdingskans van 65% in de komende periode van tien jaar.

De schade van Noord-Nederlandse aardbevingen komen ook aan de orde in een studie van TNO-Bouw die gelijktijdig met dit rapport beschikbaar komt. De gezamenlijke rapporten van KNMI en TNO-Bouw vormen de beste schatting op dit moment van het seismisch risico in het noorden van Nederland.
Het rapport "Seismisch risico in Noord-Nederland" is geschreven door Th. De Crook, H.W. Haak en B. Dost van de Afdeling Seismologie van het KNMI in De Bilt. Het rapport is verkrijgbaar als TR-205 bij de bibliotheekvan het KNMI (telefoon 030 22 06 850).

Recente nieuws- en klimaatberichten

  1. De hoofdmoot van de jaarneerslag

    Alle regen in een jaar opgeteld bedekt Nederland gemiddeld met een laag water van 85 centimeter. ...

    15 april 2024 - Klimaatbericht
  2. Onmisbare metingen op zee staan onder druk

    We gebruiken de Noordzee om te varen, te vissen en energie op te wekken. Maar wist je ook dat vee...

    10 april 2024 - Klimaatbericht
  3. Verdroging start steeds vroeger in het voorjaar

    Op 1 april start officieel het groeiseizoen. Vanaf die dag houdt het KNMI het neerslagtekort bij ...

    02 april 2024 - Klimaatbericht
  4. Maart was recordwarm maar wel somber

    Met een gemiddelde temperatuur van 9,0 °C tegen normaal 6,5 °C was het de zachtste maart sinds 19...

    29 maart 2024 - Nieuwsbericht
Toon alle nieuws- en klimaatberichten