Het Argo-programma heeft een mijlpaal bereikt: de twee miljoenste meting. Wat bijna twintig jaar geleden begon met een paar Argo boeien is uitgegroeid tot een wereldomspannend netwerk van 4000 instrumenten. Elke tien dagen meten ze de temperatuur en het zoutgehalte tussen het oppervlak en een diepte van twee kilometer. Ze doen dat overal, dus ook in gebieden die voor schepen slecht toegankelijk zijn, zoals de Zuidelijke Oceaan in de winter.
De warmte-inhoud van de oceanen (zeg maar de gemiddelde temperatuur van het water) is een belangrijke indicator voor klimaatverandering (klimaatbericht 18 januari 2019). Hij is echter moeilijk meetbaar – wie wil er nou vanaf een schip bij windkracht 11 en temperaturen onder het vriespunt een thermometer in zee gooien? Door de Argo boeien is dit probleem opgelost. Deze instrumenten gaan zelfstandig op en neer in het water en zenden hun meetgegevens naar de wal, zonder dat er een mens in buurt hoeft te zijn.
Het Argo netwerk bestaat uit 4000 instrumenten die gelijkmatig over de oceaan verdeeld zijn (figuur 1). De lengte van de meetreeks (15 jaar) maakt het mogelijk om trends te detecteren. Zo laten de temperatuurmetingen een gestage toename van de warmte-inhoud van de oceaan zien, en uit de metingen van het zoutgehalte kon worden aangetoond dat de patronen van neerslag en verdamping over de oceanen verschuiven: natte gebieden worden natter, droge gebieden worden droger, in overeenstemming met resultaten van klimaatmodellen.
Intussen staat de techniek niet stil. Er zijn nieuwe sensoren, die op nog grotere dieptes dan 2 kilometer werken, en die naast temperatuur en zoutgehalte ook biogeochemische parameters zoals het zuurstofgehalte of de zuurgraad kunnen meten (figuur 2). De mijlpaal van twee miljoen metingen markeert daarmee ook het startpunt van een flinke uitbreiding van de Argo-missie.
Een van de succesfactoren van Argo is het opendatabeleid. Alle meetgegevens zijn binnen 24 uur gratis voor iedereen beschikbaar. Zonder open data beleid was Argo niet mogelijk geweest. Het nam de vrees weg bij vele landen, dat via Argo in hun wateren gespioneerd zou worden. Verder maakt het opendatabeleid het voor wetenschappers makkelijk om de data te gebruiken. Het aantal van meer dan 3400 wetenschappelijke publicaties op grond van Argo-data getuigt hiervan.
Iedereen kan aan het Argo-programma deelnemen. Het KNMI doet dat sinds 2004. Inmiddels hebben we 87 Argo boeien gekocht en uitgezet. Omdat de zeespiegelstijging voor een groot deel door de opwarming van de oceanen bepaald wordt (water zet uit als het opwarmt!), is de monitoring van oceanen van groot belang voor Nederland.
In het Limburgse Horst is een nieuw automatisch weerstation geïnstalleerd door het KNMI. De verwa...
20 november 2024 - Nieuwsbericht2024 wordt vrijwel zeker het warmste jaar ooit gemeten. Waar we vorig jaar nog net onder de 1,5 g...
19 november 2024 - KlimaatberichtIn slechts tien dagen tijd hebben vier tyfoons de Filipijnen getroffen. Dit is een unieke gebeurt...
19 november 2024 - NieuwsberichtDe herfst is in volle gang: de dagen worden snel korter en de bladeren vallen van de bomen. De te...
13 november 2024 - Klimaatbericht