Het is tot nu toe een mooi voorjaar. Tot twee keer toe heeft ons land mogen genieten van een lange periode van droog en warm weer, met veel zon en weinig bewolking. Waarom zie je tegenwoordig bijna nooit meer een wolkenloze lucht? Die vraag verscheen naar aanleiding van het zonnige weer op sociale media.
Van oudsher wordt in de meteorologie bewolking met het blote oog geschat door waarnemers. De bewolking wordt uitgedrukt in octa’s, oftewel de bedekkingsgraad in achtsten (0 = volledig onbewolkt, 8 = volledig bewolkt). Dat is geen objectieve methode. Twee waarnemers van dezelfde wolkenlucht blijken nogal eens een verschillende bedekkingsgraad te rapporteren. De bijna 70 jaar aan KNMI meetreeksen van octa’s zijn dan ook moeilijk te interpreteren, en niet bruikbaar om de vraag te beantwoorden of wolkenloze luchten tegenwoordig minder vaak voorkomen.
De hoeveelheid bewolking kan ook op andere manieren worden gemeten: met een 'all-sky' camera ('fisheye', een ceilometer, of met een Campbell-Stokes zonneschijnduurmeter (figuur 1). Elk instrument heeft zo zijn voor- en nadelen, die uiteindelijk weer terugkomen bij de vraag: wat is een wolk?
Is een wolk een wolk omdat een menselijke waarnemer hem moet kunnen zien? In de meteorologie bestaat bijvoorbeeld het fenomeen 'subvisible clouds', wolken bestaande uit deeltjes zo klein en zo weinig dat het blote oog de wolken niet ziet, maar die wel degelijk de hoeveelheid zonnestraling aan de grond beïnvloeden.
Om redenen als deze wordt in meteorologisch onderzoek de zonnestraling gemeten in plaats van de bewolking. De hoeveelheid zonnestraling kan namelijk prima objectief met instrumenten worden vastgesteld .
Als we dan kijken naar de hoeveelheid zonnestraling in Nederland in de afgelopen 50 jaar, zien we dat vanaf halverwege de jaren 1980 het in Nederland zonniger is geworden (figuur 2). Het gemiddelde dagelijkse percentage zonneschijnduur is sinds het midden van de jaren 1980 toegenomen van 32 naar 37 procent. Dat wordt vooral toegeschreven aan verbeterde luchtkwaliteit (de uitstoot van zwavel is vrijwel nul geworden) en de daardoor afgenomen bewolking (de zwavel werkt als condensatiekernen voor wolken).
De veranderingen in zonneschijnduur op hun beurt zijn weer van invloed op het weer: ze lijken te hebben geleid tot hogere temperaturen, lagere luchtvochtigheid en beter zicht, vooral in de zomer.
KNMI-klimaatbericht door Jos de Laat. Met dank aan Geert Jan van Oldenborgh, Reinout Boers, Laura Babeliowsky en Elmar Veerman.
In het Limburgse Horst is een nieuw automatisch weerstation geïnstalleerd door het KNMI. De verwa...
20 november 2024 - Nieuwsbericht2024 wordt vrijwel zeker het warmste jaar ooit gemeten. Waar we vorig jaar nog net onder de 1,5 g...
19 november 2024 - KlimaatberichtIn slechts tien dagen tijd hebben vier tyfoons de Filipijnen getroffen. Dit is een unieke gebeurt...
19 november 2024 - NieuwsberichtDe herfst is in volle gang: de dagen worden snel korter en de bladeren vallen van de bomen. De te...
13 november 2024 - Klimaatbericht