Wet op het KNMI geëvalueerd

Het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI) heeft de afgelopen jaren zijn taken, zoals genoemd in de wet op het KNMI, goed uitgevoerd. Deze conclusie trekt het kabinet naar aanleiding van de Evaluatie van de Wet op het KNMI die is opgesteld door KPMG.

De hoofddirecteur van het KNMI, Frits Brouwer, is verheugd over de conclusies en het standpunt van het Kabinet. "Ik ben verheugd over de positieve toon van de evaluatie en over de hernieuwde opdracht van het Kabinet om als KNMI de komende jaren de huidige publieke taken optimaal uit te voeren. De wens van onze Staatssecretaris Tineke Huizinga om daarbij te streven naar een zo licentie-vrij mogelijke data-politiek is daarbij een bijzondere taak. En uiteraard is het door de evaluatie gesuggereerde intensievere contact tussen KNMI en de particuliere weerbureau's over meteorologische productontwikkeling een goede zaak."

In het kabinetsstandpunt wordt voorgesteld de regelgeving op enkele kleine punten te wijzigen maar de huidige taken van het KNMI te handhaven. In de wet op het KNMI uit 2002 is vastgelegd wat de publieke taken zijn van het instituut. Tot de publieke taken van het KNMI behoren het opstellen van een algemeen weerbericht, de waarschuwingen aan de samenleving bij situaties met extreem weer en dienstverlening op het gebied van luchtvaartmeteorologie. Verder wordt in de wet de scheiding vastgelegd tussen de publieke taken van het KNMI en de private taken die de particuliere weerbureaus uitoefenen. Het scheiden van deze taken werd bij het instellen van de wet gewenst om onwenselijke concurrentie tussen overheid en marktpartijen te voorkomen. Vijf jaar na het instellen van de wet heeft er in opdracht van het ministerie van Verkeer en Waterstaat een externe evaluatie plaatsgevonden.De evaluatie constateert dat zich in Nederland, als eerste land in Europa, een bloeiende private weermarkt heeft kunnen ontwikkelen. Hiermee is het doel van de wet bereikt omdat de private weermarkt de ruimte moest krijgen om zich als evenwichtige en volwassen speler in Nederland te kunnen ontwikkelen. Wel is er behoefte aan een beter overleg tussen het KNMI en de private weerbureaus om afspraken te maken over nieuwe diensten door de markt. Het kabinet zal hiervoor een voorstel doen.

In dit overleg kunnen onder andere afspraken gemaakt worden over waarschuwingen voor extreem weer en het zogenaamde Weeralarm. Volgens de evaluatie is het weeralarm een overheidstaak die uitsluitend het KNMI moet verzorgen. De reden hiervan is dat deze informatie zo eenduidig mogelijk tot de burger gericht moet zijn.

Verder stelt de evaluatie voor om het KNMI, zoals nu al het geval is, als enige partij de verantwoordelijkheid te geven voor het uitgeven van meteorologische inlichtingen voor de luchtvaart. Dit omdat het borgen van de luchtvaartveiligheid, net zoals elders in Europa, een overheidstaak is.

In de evaluatie wordt voorgesteld om de meteorologische informatie voor helikoptervluchten naar boorplatforms hiervan uit te zonderen. Dit standpunt neemt het kabinet niet over. Het kabinet is van mening dat ook deze dienstverlening, uit het oogpunt van luchtvaartveiligheid onderdeel moet blijven van de publieke taken van het KNMI.