Winter 2001: opnieuw zacht

De meteorologische winter van 2001, die bestaat uit december, januari en februari, was opnieuw zacht. Het KNMI berekende gemiddeld 4,1 graden tegen 2,6 normaal (gemiddeld over 1961-1990). Vorig jaar was dit seizoen met 5,0 graden nog een stuk zachter, maar toch is ook de jongste zachte winter opmerkelijk. Van de laatste veertien winters waren er elf te zacht en zes winters horen tot zachtste in honderd jaar.

De eerste vorst liet uitzonderlijk lang op zich wachten. Pas op 17 december daalde de temperatuur in De Bilt onder nul, een nieuw record. Het vorig record voor de eerste vorstdatum was 11 december 1970. Bovendien waren de eerste tien decemberdagen met gemiddeld 9,9 graden de warmste in zeker honderd jaar. Vooral tussen 6 en 12 december sneuvelden records, waarbij het ook 's nachts soms meer dan 12 graden bleef. Op 8 december noteerde Woensdrecht een piek van 16,0 graden maar op verscheidene dagen verspreid over de hele winter werd 10 tot 15 graden gemeten.Toch had deze winter voor schaats- en sneeuwliefhebbers meer te bieden dan we de laatste jaren gewend waren. Herhaaldelijk lag er voornamelijk in het midden en noorden van het land een laag sneeuw van soms 10 tot 20 cm dik. Met name januari telde een aantal dagen met natuurijs. Het weerbeeld wisselde echter sterk, waardoor de kou steeds van korte duur was en de schaatsen weer snel in het vet konden.

Op 17 januari noteerde Soesterberg met -12,3 graden de laagste temperatuur; dit weerstation telde twee dagen met strenge vorst, dat wil zeggen lager dan -10 graden. De Bilt noteerde 40 vorstdagen (lager dan 0 graden) tegen 41 normaal en op 3 dagen (10 normaal) bleef het de hele dagen vriezen. In het noordoosten werden meer dan 10 van dergelijke ijsdagen geteld.

In De Bilt viel op 19 dagen sneeuw terwijl een totaal van 18 sneeuwdagen de norm is. De meeste neerslag was echter gewoon regen en gemiddeld over alle stations werd 219 mm berekend tegen 192 mm normaal. Vooral februari was een natte maand met landelijk 79 mm tegen 48 normaal. De natste plaats van de winter was Valkenburg (ZH) met 282 mm, terwijl Arcen (L) 164 mm opving. De winter was dus aan de natte kant, maar ondanks dat ook heel zonnig. Landelijk gemiddeld werd 227 uur zon geregistreerd tegen 155 normaal. Hoorn op Terschelling zag met 260 uur de zon het meest; Rotterdam was het somberst met 198 uur zon.