2019 was voor Nederland een zeer warm en zonnig jaar. Gemiddeld over de KNMI-meetstations scheen de zon 20 procent langer dan normaal (1981-2010). Hoe vertaalde dit zich naar de hoeveelheid zonnestraling, die bijvoorbeeld van belang is voor de opbrengst van zonnepanelen?
Behalve op de meetstations in het land bepaalt het KNMI zonnestraling ook op basis van data van de Meteosat-weersatellieten. Deze satellietmetingen bevestigen het zonnige karakter van 2019 en geven bovendien de mogelijkheid om meer ruimtelijke details waar te nemen. Figuur 1 laat zien dat vorig jaar gemiddeld over Nederland ruim 4 procent meer zonnestraling het aardoppervlak bereikte dan in de referentieperiode waarvoor deze satellietmetingen beschikbaar zijn: 2005-2018. De grondmetingen geven hetzelfde resultaat, wat overeenkomt met 9 procent meer zonnestraling ten opzichte van de periode 1981-2010. De afwijking in zonnestraling was dus minder dan half zo groot als in het aantal zonuren.
Relatief de meeste zonnestraling werd ontvangen in de provincies Overijssel en Gelderland. Absoluut gezien was Zeeland, zoals gebruikelijk, de zonnigste provincie. Maandelijks waren er grote verschillen. Relatief was februari het zonnigst (ongeveer 30 procent meer zonnestraling dan in de referentieperiode), terwijl in absolute zin april, juni en augustus de grootste (positieve) afwijking in zonnestraling hadden.
Kijken we wat verder over de landsgrenzen heen, dan zien we dat in vrijwel heel Europa de zon feller scheen dan normaal (figuur 2). Op veel plaatsen traden in de zomer langdurige onbewolkte periodes op met hittegolven en recordhoge temperaturen. In 2018 was de maximale afwijking in zonnestraling in Europa nog aanzienlijk groter dan in 2019, maar deze spreidde zich minder ver uit en in de landen aan de Middellandse Zee was het toen juist minder zonnig dan normaal.
2019 past in de trend van toenemende zonnestraling in Nederland in de afgelopen decennia (figuur 3): sinds begin jaren 80 is een positieve trend van 3 procent per decennium waargenomen. Deze toename kan voor een belangrijk deel worden toegeschreven aan een afname in de hoeveelheid aerosolen (oftewel: schonere lucht), terwijl de wolken gemiddeld ook dunner lijken te zijn geworden. Of deze trend zich verder zal doorzetten in de komende decennia is nog onzeker.
KNMI-klimaatbericht door Jan Fokke Meirink
In het Limburgse Horst is een nieuw automatisch weerstation geïnstalleerd door het KNMI. De verwa...
20 november 2024 - Nieuwsbericht2024 wordt vrijwel zeker het warmste jaar ooit gemeten. Waar we vorig jaar nog net onder de 1,5 g...
19 november 2024 - KlimaatberichtIn slechts tien dagen tijd hebben vier tyfoons de Filipijnen getroffen. Dit is een unieke gebeurt...
19 november 2024 - NieuwsberichtDe herfst is in volle gang: de dagen worden snel korter en de bladeren vallen van de bomen. De te...
13 november 2024 - Klimaatbericht