Er blijkt een subtiel verband te bestaan tussen de neerslag in Zuid-Spanje, El Niño en de Noord-Atlantische Oscillatie. De Noord-Atlantische oscillatie heeft een grote invloed in de winter, in december tot februari is de correlatie met de meetwaarden in Gibraltar en Sevilla -0.5 tot -0.6. Dit wil zeggen dat een lage NAO index (zoals in november 1997) gemiddeld meer regen geeft in dit gebied. In het voor- en najaar is het verband zwakker en in de zomer is er geen verband.
Een El Niño veroorzaakt juist in de nazomer en vroege herfst meer regen in het zuidwesten van Europa (met een correlatie van 0.4 tot 0.5), maar er is een aanwijzing voor minder regen in het voorjaar.
Beide wereldwijde klimaatverschijnselen hebben dus een invloed. De stormen van begin november kunnen niet aan het ene of het andere fenomeen worden toegeschreven, maar het is opvallend dat zowel de El Niño als de Noord-Atlantische oscillatie de neiging hadden meer regen te geven in dit gebied.
Door Geert Jan van Oldenborgh, Oceanografisch Onderzoek KNMI
Op dit moment nadert de klimaatconferentie COP29 in Azerbeidzjan zijn einde. Hoe staat het met de...
22 november 2024 - KlimaatberichtIn het Limburgse Horst is een nieuw automatisch weerstation geïnstalleerd door het KNMI. De verwa...
20 november 2024 - Nieuwsbericht2024 wordt vrijwel zeker het warmste jaar ooit gemeten. Waar we vorig jaar nog net onder de 1,5 g...
19 november 2024 - KlimaatberichtIn slechts tien dagen tijd hebben vier tyfoons de Filipijnen getroffen. Dit is een unieke gebeurt...
19 november 2024 - Nieuwsbericht