Gevelplaat waait om in Kalverstraat, Amsterdam. Een 71-jarige man overlijdt aan zijn verwondingen. Bliksem slaat in in Park Randenbroek, Amersfoort. Twee mensen komen om. Ze stonden onder een boom te schuilen voor de regen. Veel rookontwikkeling door brand in chemisch bedrijf, Moerdijk. Regen laat roetdeeltjes na in weilanden. Boeren moeten hun koeien binnenhouden.
Het weer kan een desastreuze invloed uitoefenen op het welbevinden van mensen. Om de veiligheid in de samenleving te bevorderen, monitort het KNMI daarom de weersontwikkelingen van dag tot dag, van uur tot uur. Wij zijn een vaste en betrouwbare kennispartner voor veiligheidsregio’s en andere overheidsinstanties. Bij een overtrekkend zwaar onweersfront. Bij dichte mist of hevige sneeuwval. Maar ook bij bosbrandgevaar door langdurige droogte. Of bij dichte concentraties vulkaanas in de lucht die een gevaar vormen voor de burgerluchtvaart.
Het KNMI doet onderzoek. Wij verfijnen voortdurend onze weermodellen. We adviseren overheidsinstanties en waarschuwen als dat nodig is. We geven weeralarmen af wanneer het weer extreme vormen aanneemt.
Het KNMI neemt in dat kader onder meer deel aan het Nationaal CrisisCentrum (NCC), het Departementaal Coördinatiecentrum Crisisbeheersing van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (DCC/I&W) en aan het Beleidsondersteunend Team milieu-incidenten (BOT-mi). Zo draagt het KNMI zijn steentje bij aan een veilige samenleving.
De wind bepaalt of een schip wel of niet door de sluis mag ” Herman Anker, nautisch adviseur bij het Havenbedrijf Amsterdam en het Centraal Nautisch Beheerlees het verhaal
Het KNMI waarschuwt voor gevaarlijk weer. Onze weerwaarschuwingen gelden voor de samenleving als geheel. Daarnaast geven we aan specifieke sectoren als de luchtvaart en de scheepvaart gerichte waarschuwingen. We doen dat op grond van onze waarnemingen en metingen. Voor meerdaagse voorspellingen en adviezen gebruiken we relevante modelberekeningen.
Grote hoeveelheden neerslag – in eigen land of in de brongebieden van onze grote rivieren – kunnen lokaal en rond Rijn, IJssel, Maas en Waal leiden tot ernstige wateroverlast. Dit levert in die gevallen bedreigende situaties op. Door klimaatontwikkelingen zijn lokale zware buien heviger geworden, met veel meer neerslag per vierkante meter.
Om schade en overlast door ernstige regenval zo veel mogelijk te beperken, hebben het KNMI en de Unie van Waterschappen afspraken gemaakt over samenwerking. In het waterbeleid worden conform de nota Ruimte voor de Rivier speciale bergingsgebieden ingericht die een grotere afvoer van rivierwater moeten kunnen opvangen. Lees hierover meer onder Ruimtelijke ordening.
Grote neerslaghoeveelheden kunnen leiden tot waterstaatkundige calamiteiten. Door adequaat op te treden, moeten waterschappen rampen voorkomen. Daarvoor hebben zij weerkundige informatie en kennis nodig. Het KNMI kan die verstrekken. Met vijf waterschappen hebben we in het project Gevaarlijk weer voor het waterbeheer onderzocht hoe die kennisoverdracht zo effectief mogelijk kan zijn. De resultaten van dit onderzoek zijn:
Het Nederlandse polderlandschap is gevoelig voor mist. Die mistvorming kan voor ernstige overlast zorgen in het verkeer en op onze luchthavens. Resultaten van onderzoek hebben geleid tot nieuwe kennis. Daarmee kan het KNMI verbeterde zichtverwachtingen geven voor bijvoorbeeld Schiphol. Slechtzichtcondities kunnen we eerder waarnemen. Daardoor kunnen we komen tot een betere kortetermijnverwachting. Luchtvaartmaatschappijen ondervinden hierdoor minder vertraging. Vliegtuigen kunnen veiliger landen en opstijgen.
Stapvoets rijdende auto’s. Stilgevallen treinen. Vertragingen op de luchthavens. Extreem winterweer – hevige sneeuwval en ijzel – kan voor veel overlast zorgen. En dat terwijl op de langere termijn de winters juist zachter zijn geworden. Het KNMI geeft bij dit extreem winterweer adviezen aan Rijkswaterstaat en de Luchtverkeersleiding Nederland. Wanneer nodig geven wij een weeralarm af. Bij zware winterstormen adviseren wij het loodswezen en de havendiensten. Zo proberen wij de overlast voor mobiel Nederland zo veel mogelijk te beperken.
Het KNMI doet veel onderzoek naar plotseling opkomend zwaar onweer in de zomer. Deze buien zijn geografisch kleinschalig, waardoor zij moeilijk te voorspellen zijn. Zij gaan vaak gepaard met veel neerslag, wind en hagel. Het onderzoek heeft het KNMI nieuwe kennis en gereedschap gegeven. Daardoor kunnen wij dit soort weersverschijnselen in een vroeg stadium beter diagnosticeren. Nog adequater dan voorheen kunnen we waarschuwingen uit laten gaan. Organisatoren van grote zomerevenementen in de buitenlucht kunnen op grond daarvan passende maatregelen nemen voor de veiligheid van de bezoekers.
Op verschillende manieren speelt het KNMI een adviserende rol wanneer een ramp heeft plaatsgevonden.
Doet zich een chemische of kernramp voor, dan informeert het KNMI Rijkswaterstaat, het RIVM en het bevoegd gezag over windrichting en -sterkte. Daarbij gebruiken wij de modellen waarmee we de verspreiding van rookpluimen en andere stoffen in de atmosfeer beschrijven. Wij adviseren onze partners in de beslissingen die zij moeten nemen, om de impact van de ramp op de samenleving zo veel mogelijk te beperken.
Bij bosbranden en andere grote branden ontstaat veel rookontwikkeling. Het KNMI informeert de veiligheidsregio’s en andere partners over windrichting en -sterkte. Ook over de aanwezigheid en intensiteit van gaspluimen in het rampgebied. We doen dat aan de hand van diezelfde modellen als hierboven genoemd.
Nederland kent geen vulkanische activiteit. Maar een eruptie van een vulkaan op bijvoorbeeld IJsland kan ook voor het Nederlandse luchtruim impact hebben. Het KNMI geeft aan de autoriteiten door of vulkaanas in ons luchtruim aanwezig is, wat de concentratie daarvan is en op welke hoogte het zich bevindt.
Caribisch Nederland kent wel vulkanen die in de gaten moeten worden gehouden. Vooral op Saba en Sint Eustatius. Het KNMI installeert een monitoringsnetwerk op beide eilanden.
Het KNMI registreert continu seismische activiteit. Daartoe beschikken wij over een uitgebreid netwerk van seismometers in en rondom Nederland en Caribisch Nederland. Daarmee kunnen we nauwkeurig het epicentrum van aardbevingen lokaliseren.
In het Caribisch gebied kunnen tsunami’s voorkomen. Zij worden in de regio opgewekt door grote ondiepe onderzeese aardbevingen met een kracht groter dan 7 op de schaal van Richter. Het KNMI is tsunami warning focal point voor de BES-eilanden (Bonaire, Sint Eustatius en Saba). Wij werken samen met partners in het gebied aan een effectieve waarschuwing. Daarbij is ook het Departementaal Coördinatiecentrum Crisisbeheersing (DCC) van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat betrokken.
De metingen van het KNMI leveren een continue stroom aan data op over de ontwikkelingen in de atmosfeer. Die data liggen aan de basis van ons strategisch en toegepast onderzoek. Onderzoek dat als doel heeft om de veiligheid van de samenleving te bevorderen, nu en in de toekomst.
Met ons strategisch onderzoek willen we de belangrijkste weerkundige processen steeds beter leren begrijpen. Zij bepalen de ontwikkelingen van onze atmosfeer, van onze oceanen en van de weersituatie op de continenten. Een beter begrip van deze processen is daarom van essentieel belang om voorbereid te zijn op de toekomst.
Het KNMI is geen kennis- en onderzoeksinstituut op een eiland. Integendeel, er is sprake van een voortdurende wisselwerking tussen KNMI en samenleving. De samenleving heeft alle belang bij veiligheid. Onze kennis delen wij daarom met onze partners binnen de overheid. Vragen die opkomen vanuit de samenleving beantwoorden we met toegepast onderzoek.
Zo gaat bij het KNMI operatie – waarnemingen en weersverwachtingen – hand in hand met onderzoek en innovatie. Beide facetten versterken elkaar. Daarvan is de meteorologische dienstverlening aan de luchtvaart een mooi voorbeeld.
Betrouwbare weersinformatie op lokale schaal is essentieel om de veiligheid en efficiency in de luchtvaart te garanderen. In dat kader heeft het KNMI het project Impact uitgevoerd binnen het programma Kennis voor Klimaat. In dit project hebben we onderzocht welke invloed klimaatverandering heeft op de weersomstandigheden voor Schiphol. De resultaten van dit innovatieve onderzoek moeten nieuwe strategieën opleveren. Daarmee kunnen we de waarnemingen en weersverwachtingen voor Schiphol toekomstbestendig maken.
Het KNMI meet veel. De stroom aan Big Data die al deze metingen opleveren, combineren wij met de meetgegevens van onze partners. Zo voegen wij actuele informatie toe die van belang is voor de veiligheid van het vervoer op het water, het spoor, de weg en via de lucht.
Mocht het KNMI extreem weer verwachten, dan kunnen we een weeralarm uitgeven. Dat gebeurt alleen als we voor minstens 90 procent zeker zijn dat het aangekondigde hevige weer ook daadwerkelijk optreedt. Zo’n weeralarm wordt op zijn vroegst 12 uur van tevoren uitgegeven. Daarmee krijgt iedereen ruim de gelegenheid om voorzorgsmaatregelen te nemen. Op deze manier kunnen schade, letsel en kosten zo veel mogelijk worden voorkomen.
Extreme regenval kan schade veroorzaken en overlast geven. Om die zo veel mogelijk te beperken, hebben het KNMI en de Unie van Waterschappen samen afspraken gemaakt en werkwijzen ontwikkeld. Waterschappen hebben behoefte aan real time en geografisch gedetailleerde neerslaginformatie. Zij gebruiken de neerslagbeelden van het KNMI waarop per 5 minuten de intensiteit van de neerslag wordt weergeven. Ook maken zij dankbaar gebruik van de beelden, waarop het KNMI voor iedere vierkante kilometer in Nederland aangeeft hoeveel neerslag daar over de hele dag is gevallen.
Onze grote rivieren voeren regen- en smeltwater af vanuit ons achterland. Extreme regenbuien daar hebben even later invloed op onze waterveiligheid. Dijken moeten het laaggelegen land beschermen tegen hoogwater. In het kader van de waterveiligheid werkt het KNMI daarom nauw samen met Rijkswaterstaat, verantwoordelijk voor de staat van de dijken. Op basis van onze actuele weersinformatie neemt deze partner passende maatregelen.
Als de waterstand steeds lager wordt, heeft dat consequenties voor de scheepvaart op onze grote rivieren. Rijkswaterstaat berekent in droge perioden dagelijks de beschikbare afvoer van de Rijn en de Maas. Het KNMI levert daarvoor een deel van de input. Deze berekening bepaalt wat de maximaal toegestane diepte voor de scheepvaart wordt. Rijkswaterstaat geeft deze voorspellingen enkele dagen van tevoren. De scheepvaart kan zo anticiperen op de lage waterstanden.
Het KNMI monitort en registreert de seismische activiteiten in Nederland en de Nederlandse gebiedsdelen in de Cariben. Wij hebben op dit terrein een ruime expertise. Ons onderzoek naar seismische activiteit en de mogelijke gevolgen daarvan zijn van cruciaal belang bij de inrichting van de infrastructuur. Daarom schrijft de Nederlandse Mijnbouwwet voor, dat iedere aanvraag voor gaswinningsactiviteiten vergezeld moet gaan van een risicoanalyse door het KNMI.
Bij misdrijven en ongevallen kan een weerkundige reconstructie deel uitmaken van het onderzoek. Het KNMI levert onafhankelijke en rechtsgeldige rapportages aan politie en justitie. Op verzoek van overheden, zoals gemeenten of provincies, verzorgt het KNMI op verzoek weerkundige rapportages over opgetreden extreme weersverschijnselen. Deze rapportages worden vaak gebruikt voor toekomstscenario's of schade-afhandeling. Op onze website zijn daarnaast grote hoeveelheden klimatologische data vrij beschikbaar voor iedereen die op zoek is naar het weerbeeld van een bepaalde dag.
Veel van onze producten en diensten leveren we aan de Rijksoverheid. Daarnaast zijn er ook mogelijkheden voor levering aan andere overheden en voor samenwerking met de markt. Wilt u weten wat die mogelijkheden zijn? Neem dan gerust contact met ons op. Wij helpen u graag.