Achtergrond

Radaranalyse van aantal wolkbreuken in Nederland

Uit tien jaar neerslagradardata (2006-2015) heeft het KNMI een analyse gemaakt van de hoeveelheid wolkbreuken in Nederland en waar deze zijn voorgekomen. Het beeld is een grillige verdeling zonder enige aantoonbare regionalisering.

Analyse van 6 miljard metingen

Iedere vijf minuten scannen de neerslagradars van het KNMI de lucht boven Nederland op buien. Neerslagradars zijn zeer geschikt om na te gaan waar precies neerslag valt. De hoeveelheid neerslag geeft de radar minder goed aan. Maar KNMI-metingen van 325 neerslagstations en 31 automatische regenmeters aan de grond geven nauwkeurige cijfers zodat de radarbeelden wat betreft neerslaghoeveelheid gecorrigeerd kunnen worden.  

Een wolkbreuk is een bui waaruit meer dan 25 millimeter regen valt binnen een uur.

Met de gecorrigeerde radarbeelden is onderzocht hoeveel wolkbreuken de afgelopen jaren in Nederland zijn voorgekomen. Een wolkbreuk is een bui waaruit meer dan 25 millimeter regen valt binnen een uur. Dergelijke buien veroorzaken vaak wateroverlast.

Op onderstaande kaart zijn de resultaten van de uren met overschrijding van 25 millimeter neerslag te zien ofwel de wolkbreuken van de afgelopen tien jaar.

Radaranalyse wolkbreuken periode 2006 - 2015

Om goed te kunnen vergelijken, is gekeken naar een periode van tien jaar (2006-2015). Aangezien er iedere vijf minuten een radarbeeld beschikbaar is, gaat het om een computerberekening waarin 1 miljoen radarbeelden en zes miljard metingen zijn meegenomen. De beelden zijn geanalyseerd op het voorkomen van uren met een neerslagsom van meer dan 25 mm.

De neerslagsom moest zich hierbij voordoen in een gebied van zes vierkante kilometer. Deze voorwaarde is nodig omdat aan het begin van het tijdvak de resolutie minder hoog was dan tegenwoordig.

Grillige verdeling wolkbreuken

De kaart laat een grillige verdeling zien. In delen van Nederland is geen enkele keer sprake geweest van een wolkbreuk; in andere delen zes, zeven keer. Deze verdeling berust op toeval. Voor kortdurende, hevige buien kan geen regionalisering worden aangetoond.
Dit gegeven kan duidelijk worden gemaakt door het tijdvak waarover kaart 1 is gemaakt, te splitsen in twee tijdvakken (kaart 2 en 3). Er is geen enkele relatie tussen beide kaarten. Als over enkele jaren opnieuw een kaart wordt gegenereerd, zal deze weer een andere verdeling laten zien.

NOS heeft op basis van de radaranalyse en datakaarten van het KNMI een interactieve kaart gemaakt waarbij de wolkbreuken per gemeente op te zoeken zijn. De kaart is te zien op nos.nl.

Radaranalyse wolkbreuken periode 2006 - 2010
Radaranalyse wolkbreuken periode 2006 - 2010
Radaranalyse wolkbreuken periode 2011 - 2015
Radaranalyse wolkbreuken periode 2011 - 2015

De kaart met het aantal wolkbreuken heeft een resolutie van zes vierkante kilometer. Wolkbreuken komen echter regelmatig voor op een kleinere schaal. De hoge neerslagsom wordt dan gemiddeld over een groter gebied en komt daardoor in totaal lager uit. Het kan dus voorkomen dat er gebieden zijn waar zeer lokaal wel wolkbreuken zijn geweest, maar dat deze niet op de kaart zichtbaar zijn. Het is dus mogelijk dat de kaart hierdoor een onderschatting geeft van het werkelijk aantal opgetreden wolkbreuken.

Uit statistische analyse van lange meetreeksen van de KNMI-neerslagstations blijkt dat het aantal dagen waarop zware buien valt, toeneemt. Deze toename is een gevolg van de opwarming van het klimaat. Warme lucht kan meer vocht bevatten waardoor de hoeveelheid en intensiteit van de regen toeneemt. Dit proces zal zich in de toekomst, bij verdere opwarming, voortzetten.

 

Niet gevonden wat u zocht? Zoek meer achtergrond artikelen