De decemberstorm van 1703 eiste duizenden slachtoffers. Van deze historische storm die tussen 7 en 9 december 1703 passeerde, zijn geen windmetingen beschikbaar. Wel een schat aan verslagen en dagboeken die er geen misverstand over laten bestaan dat het bittere ernst was. Voor onderzoek naar het gedrag van stormen in de loop der eeuwen zijn dergelijke gegevens van groot belang.
De verpletterende storm, zoals die wordt omschreven, bereikte in de nacht zijn hoogtepunt. Het leidde tot enorme schade en tot tal van dijkdoorbraken. Het was bijna Nieuwe Maan, dus ook bijna springvloed.
Het zwaarst getroffen werd een gebied van ongeveer 500 kilometer lengte van Wales, via het midden en zuiden van Engeland, het Noordzeegebied, de Lage Landen en Noord-Duitsland. Volgens de oude Engelse kalender die in 1703 nog gold, vond het noodweer hier al op 27 november plaats.
Op veel plaatsen was sprake van hoge vloeden en zeelui in Engeland maakten ook melding van tornadoverschijnselen. Andere bronnen schreven over een verschrikkelijk onweer. De lucht zat vol met lichtflitsen.
De Engelse journalist en schrijver Daniel Defoe (Robinson Crusoe) spreekt over de "ergste storm die de wereld ooit zag". Het noodweer was volgens Defoe zo afschuwelijk dat het met geen pen te beschrijven was. Het had al twee weken lang veel gestormd maar dit was het hoogtepunt.
Niet alleen de Engelse kust maar ook de Noord-Friese kust werd getroffen door een stormvloed. Ook het zuiden van Friesland kwam blank te staan door verscheidene dijkdoorbraken. Een Zeeuwse kapitein schrijft in een brief aan de Admiraliteit van Zeeland dat de storm zonder weerga is.
De Nederlandse vloot kreeg het voor de zoveelste keer dat jaar zwaar te verduren, maar de Britse vloot kreeg de zwaarste klappen. Aan de Engelse kusten vergaan tientallen oorlogsschepen waarbij duizenden slachtoffers vielen.
Meteorologen hebben kans gezien de weerkaart bij deze storm te reconstrueren. Boven Scandinavië is de luchtdruk begin december 1703 hoog, maar zowel bij de Golf van Biskaje als ten zuidwesten van Engeland lagen depressies.
De eerste depressie trok de Noordzee op, de tweede naar Schotland. Het venijn zat echter in een nieuwe storing die bij Ierland verscheen. Deze trok sterk in activiteit toenemend over het midden en van Engeland verder naar het oosten.
De storm waait aan de zuidkant van de depressie waarbij het zuiden van Engeland naar schatting een orkaan, windkracht 12 heeft gehad. De barometers kelderden enorm: volgens berekeningen moet de luchtdruk tot 950 hPa zijn gedaald, een zeldzaam lage stand. Een krachtig hogedrukgebied dat er meteen achter aan kwam zorgde voor enorme luchtdrukverschillen waardoor het zo verschrikkelijk waaide.