Het KNMI heeft de ijsdikte in Midden-Nederland onderzocht aan de hand van computerberekeningen. Een ijslaag van meer dan 10 centimeter komt in sommige winters gedurende tientallen dagen voor.
Bekijk de verwachte ijsdikte en watertemperatuur voor Midden- en Noord-Nederland.
In de winter van 1991 was het ijs op achttien dagen dikker dan tien centimeter. In de zeer strenge winter van 1963 zelfs op tachtig dagen. Die winter moet het ijs een dikte hebben gehad van ruim veertig centimeter.
In de winter van 1996 bereikte het ijs een dikte van 25 centimeter. Dat was 3 tot 4 centimeter minder dan in de winter van 1979 en in de winters van 1985, 1986 en 1987. Op 11 januari 1997, aan het eind van de eerste vorstperiode, was het ijs in De Bilt aangegroeid tot 32 centimeter. Dit is de dikste ijslaag sinds de winter van 1963.
De draagkracht van goed ijs bedraagt voor een volwassen man 4 à 5 centimeter. Een grote mensenmenigte is veilig bij een ijsdikte van 27 centimeter.
De meeste Elfstedentochten (elf van de vijftien) werden gehouden bij ijsdikten van meer dan 25 centimeter. In 1985 werd de tocht verreden op 17 centimeter ijs, in 1917 op slechts 15 centimeter. Het dikste elfstedenijs hadden we in 1940, toen lag er ruim 41 centimeter.