Beoordeling lange termijn door meteoroloog
Geldig van zaterdag 02 november tot donderdag 14 novemberAanvankelijk is de stroming noordwestelijk aan de oostflank van een hogedrukgebied boven Groot-Brittanniƫ. We bevinden ons daardoor in een maritiem polaire luchtsoort. In het weekeinde beweegt het centrum van hogedruk via onze omgeving naar Centraal- en Oost-Europa. Er ontstaat vervolgens een uitloper van hogedruk (een rug) in noordwestelijke richting, waarvan de as aanvankelijk boven ons land ligt. In het weekeinde staat er daarom vrijwel geen stroming. Op hoogte bouwt zich ondertussen ook een omvangrijke rug op boven onze omgeving, waardoor het stromingspatroon volledig geblokkeerd raakt. Begin volgende week beweegt ook de rug oostwaarts, waardoor de stroming bij ons oostelijk wordt. In de loop van volgende week breidt de hogedruk zich opnieuw uit in de richting van Zuidwest- en West-Europa en wordt de stroming mogelijk enige tijd zuidelijk. Tegen volgend weekeinde echter zien we het zwaartepunt van de hogedruk opnieuw oostwaarts verplaatsen, met een oostelijke stroming tot gevolg. Op de langere termijn lijkt een zuidelijke stroming opnieuw de voorkeur te krijgen, aan de oostflank van een uitdiepende hoogtetrog boven de Atlantische Oceaan. Mogelijk dat er hierdoor uiteindelijk een einde komt aan de hogedrukinvloeden in onze omgeving.
Dat we in de polaire lucht terecht komen in het weekeinde lijkt inmiddels zeker en ook de passage van de hogedruk door onze omgeving zit vrij eensgezind in het ensemble. Het gevolg is een aantal dagen met veel zon, weinig wind en een sterkere dagelijkse gang, met vorst (en mogelijk mist) in de nacht. De tijdelijke overgang naar een zuidelijke stroming begin volgende week wordt ondersteund door een meerderheid van het ensemble (70%). Met name de dauwpunten gaan dan flink omhoog, waarmee een bewolkter en wellicht mistig weerbeeld waarschijnlijk lijkt. In de tweede helft van volgende week wordt de onzekerheid groot, met zowel kans op een oostelijk aanvoer van continentale lucht als een zuidelijke aanvoer van lucht die waarschijnlijk vrij vochtig is onder een subsidentieinversie. Tegen het einde van volgende week lijkt de kans op een zuidelijke of zelfs zuidwestelijke stroming significant te worden en zien we in een geleidelijk toenemend aantal leden destabilisatie a.g.v. afnemende hogedrukinvloeden. Tot die tijd echter blijft het zo goed als droog en ook daarna blijven de neerslagkansen met 30-40% nog enigszins beperkt. De kansverdeling van de temperatuur balanceert rond of iets boven normaal, de kans op een te koud weertype blijft klein (20%).
Vanaf het weekeinde wordt het minder zacht, blijft het overwegend droog en komt er vooral meer ruimte voor de zon. In de nachten kan het licht vriezen en is er kans op een mistbank. In de loop van volgende week raakt het weer bewolkt en wordt het opnieuw zachter, met kans op mist, het blijft wel overwegend droog.
Aanvankelijk meest droog en aan de zachte kant, met af en toe zon maar ook van tijd tot tijd veel bewolking. Later neemt de kans op neerslag toe, naar 30-40%. Er is een kleine kans (20%) op een kouder weertype.
Paraaf meteoroloog: wijs