Klimaatbericht

Nieuwe metingen opwarming oceaan bevestigen modelresultaten

18 januari 2019

De oceanen warmen snel op. Een zojuist in het tijdschrift Science verschenen artikel concludeert dat de warmte-inhoud van de bovenste twee kilometer van de oceaan sterker is gestegen dan eerder gedacht. Deze nieuwe schattingen van de opwarming zijn mede het resultaat van meer metingen door het netwerk van Argo meetboeien. De nu gemeten temperatuurtoename van de oceanen komt goed overeen met modelresultaten uit het laatste IPCC report.

Een betere indicator voor klimaatverandering

In een eerder klimaatbericht hebben we uitgelegd dat de warmte die in het oceaanwater is opgeslagen een veel betere indicator is voor klimaatverandering dan de oppervlaktetemperatuur van de aarde. Immers, het grootste deel van de door het toegenomen broeikaseffect extra vastgehouden energie komt in de oceaan terecht (ca. 94 procent). De rest wordt gebruikt om het landoppervlak en de atmosfeer op te warmen (4 procent), en om ijs te smelten (2 procent).

Steeds meer meetboeien

De warmte-inhoud van de oceaan wordt steeds beter gemeten (Figuur 1). Voor 2005 waren de metingen vrij grofmazig en vaak beperkt tot de bovenste 700 m. In dat jaar bereikte het Argo netwerk van autonome meetboeien zijn operationele dekking, en sindsdien hebben we een vrij nauwkeurig beeld van de ontwikkeling van de warmte-inhoud van de oceaan. Over de periode 2005-2017 correspondeert de opwarming van de oceanen met een warmteopname van ongeveer 0,6 Watt per vierkante meter, een waarde die goed overeenkomt met de resultaten van klimaatmodellen. In de periode voor 2005 is de warmte-inhoud van de oceanen volgens een betere methode opnieuw bepaald uit de metingen. Ook voor deze periode kloppen de modellen nu beter met de metingen.

Tijdelijk achterblijvende temperatuurstijging verklaard

Klimaatmodellen werden in het verleden vaak bekritiseerd omdat ze het temperatuurverloop aan het aardoppervlak (daar waar wij leven!) over de periode 2000-2015 niet goed weergeven. Terwijl ze een opwarming simuleren (zoals op grond van het toenemende broeikaseffect te verwachten is), laten de metingen voor die periode een min of meer constante temperatuur zien (Figuur 2). De oplossing is simpel: tijdelijk namen de oceanen iets meer warmte op dan normaal. Intussen is die anomale periode trouwens voorbij. De jaren 2015-2018 waren wereldwijd de vier warmste jaren ooit gemeten.

De genoemde resultaten onderstrepen het belang van het Argo netwerk. Afgelopen december heeft dit netwerk de twee-miljoenste meting afgeleverd. Meer hierover in een klimaatbericht dat volgende week verschijnt.

KNMI-klimaatbericht door Andreas Sterl en Frank Selten

Warmte-inhoud van de oceaan over de periode 1958 tot 2019 en atmosferische CO2 concentratie
Figuur 1: Warmte-inhoud van de oceaan over de periode 1958 tot 2019 ten opzichte van de gemiddelde waarde over 1981-2010 (bron IAP) en atmosferische CO2 concentratie (zwarte lijn, rechteras) gemeten op Mauna Loa (bron NOAA).
Wereldgemiddelde temperatuur over de periode 1958 tot 2018
Figuur 2: Wereldgemiddelde temperatuur over de periode 1958 tot 2018 ten opzichte van de gemiddelde waarde over 1981-2010 (bron CRU) en atmosferische CO2 concentratie (zwarte lijn, rechteras) gemeten op Mauna Loa (bron NOAA).

Recente nieuws- en klimaatberichten

  1. Minder bewolking was belangrijke factor in recordwarmte 2023

    In 2023 bereikte de wereldgemiddelde temperatuur een recordhoogte. Rekening houdend met alle beke...

    18 december 2024 - Klimaatbericht
  2. Zonnestraling in december vergeleken met juni

    December is de donkerste maand van het jaar, met de laagste zonnestand en de kortste dagen. De ho...

    13 december 2024 - Klimaatbericht
  3. Klimaatwetenschap in de rechtszaal

    Vandaag is het de dag van de mensenrechten. Het recht op leven, gezondheid, eigendom en wonen sta...

    10 december 2024 - Klimaatbericht
  4. KNMI klimaatgedicht

    KNMI klimaatgedicht 2024

    05 december 2024 - Klimaatbericht
Toon alle nieuws- en klimaatberichten