De aarde warmt op. De energie die onze planeet opneemt van de zon, is namelijk groter dan de afkoeling door uitgestraalde warmte. En dit verschil groeit. Satellieten laten zien dat de extra energie sinds 2005 is gegroeid van 0,4 tot 1,1 Watt per vierkante meter. Dat die extra energie ons klimaat steeds sneller verandert, zien we terug in de metingen. Wat zien we veranderen?
De zon verwarmt de aarde, de aarde koelt af door uitgestraalde warmte. Satellietmetingen laten zien dat er steeds meer energie binnenkomt dan eruit gaat (figuur 1, rode lijn). Deze extra energie verwarmt het land, het water en de lucht, en smelt sneeuw en ijs. Aan de hand van de gemeten temperatuurverandering en de hoeveelheid gesmolten sneeuw- en ijsmassa kunnen we afleiden hoeveel energie dat heeft gekost (figuur 1, blauwe lijn).
Het blijkt dat de satellietmetingen over de afgelopen twintig jaar goed overeenkomen met de gemeten opgenomen energie. Dat geeft vertrouwen in de nauwkeurigheid waarmee we tegenwoordig de energiehuishouding van onze planeet kunnen volgen. De verontrustende conclusie is dat klimaatverandering steeds sneller gaat.
In de oceaan drijven duizenden boeien met meetapparatuur: de Argo floats. Dankzij die gegevens weten we sinds 2005 vrij nauwkeurig hoe warm de bovenste 2000 meter van de oceaan is. De warmteopslag in de oceaan neemt steeds sneller toe (figuur 2). Oceanen absorberen het grootste deel van de extra energie: zo’n 89 procent. De opwarming van het land kost vijf procent en zo’n vier procent zit in het smelten van land-, zee-ijs en permafrost. Tenslotte is er nog twee procent die wordt gebruikt om de atmosfeer warmer en vochtiger te maken.
Voor 1990 smolt per jaar ongeveer 100 biljoen kilo ijs, inmiddels is dat opgelopen tot meer dan 300 biljoen kilo (daarmee bedek je Nederland met een laag ijs van 8 meter dik). Het smeltwater komt in de oceaan terecht wat momenteel zorgt voor een wereldwijde zeespiegelstijging van ongeveer 1 millimeter per jaar. Daar bovenop komt nog het smeltwater van de ijskappen op Groenland en Antarctica (250 en 150 biljoen kilo per jaar). Zowel de versnelde opwarming van het oceaanwater als het sneller smelten van het ijs leidt tot een versnelling van de zeespiegelstijging. Gemiddeld over 2006-2018 was de totale zeespiegelstijging 3,7 millimeter per jaar. Dat is 60 procent sneller dan gemiddeld over 1971-2018.
Sinds 2000 is de wereldgemiddelde temperatuur ongeveer een halve graad gestegen en de hoeveelheid waterdamp nam toe met 7 procent per graad opwarming. Die vochtigere atmosfeer leidt tot zwaardere buien. Een versnelling van de wereldwijde temperatuurstijging sinds 1980 is nog niet te meten, maar dat zal naar verwachting in de komende jaren veranderen.
In het Limburgse Horst is een nieuw automatisch weerstation geïnstalleerd door het KNMI. De verwa...
20 november 2024 - Nieuwsbericht2024 wordt vrijwel zeker het warmste jaar ooit gemeten. Waar we vorig jaar nog net onder de 1,5 g...
19 november 2024 - KlimaatberichtIn slechts tien dagen tijd hebben vier tyfoons de Filipijnen getroffen. Dit is een unieke gebeurt...
19 november 2024 - NieuwsberichtDe herfst is in volle gang: de dagen worden snel korter en de bladeren vallen van de bomen. De te...
13 november 2024 - Klimaatbericht