Zomer 2017: van extreem warm naar vrij koel

De afgelopen zomer werd gekenmerkt door grote tegenstellingen in het weer. Na een extreem warme, droge en zonnige juni werd het vooral in juli uiterst wisselvallig met frequent onweer en soms veel regen. De laatste zomermaand was grotendeels koel, maar augustus leverde op de valreep ook nog een aantal fraaie zomerse dagen op.

De temperatuur gemiddeld over juni, juli en augustus kwam in de Bilt uit op 17,7 graden tegen 17,0 graden normaal (gemiddeld over het tijdvak 1981-2010). Daarmee was het een warme zomer. Op 75 dagen (tegen 60 dagen normaal) werd het meer dan 20 graden en op 17 dagen (tegen 21 normaal) meer dan 25 graden.  Het KNMI noteerde 2 tropische dagen met een maximumtemperatuur boven de 30 graden. In het zuidoosten van Nederland zijn plaatselijk op zeven dagen tropische temperaturen gemeten. De warmste dag van de zomer was 22 juni toen in Arcen 35,2 graden werd gemeten. Eelde noteerde op 1 juni met 2,9 graden de laagste temperatuur.

Landelijk viel in drie maanden vrijwel de normale hoeveelheid regen van 247 mm. Vooral juli was zeer nat. Gemiddeld over het land viel 110 mm tegen 78 mm normaal. Lokaal leverde de maand zelfs 225 mm neerslag op. De soms zware buien zorgden voor grote hoeveelheden in korte tijd van 50 mm of meer in 24 uur en wateroverlast. Op sommige dagen leek het door regen en een stormachtige wind en zware windstoten ronduit herfst. Toch was het aantal dagen met zware regen minder groot dan normaal. Het KNMI noteerde deze zomer vier dagen met plaatselijk 50 mm of meer (op minstens één officieel meetpunt) tegen zeven dagen met zulke hoeveelheden normaal.   

De zon scheen minder vaak achter de wolken dan in een gemiddelde zomer. Vooral juli was ondanks het wisselvallige weer een zonnige maand. Het KNMI berekende gemiddeld over het land 635 uur zon tegen 608 uur als langjarig gemiddelde. Vooral aan zee was de zon vaak te zien: Vlissingen was deze zomer de zonnigste plaats van Nederland met 704 uur zon.