In Cabauw, vlakbij Lopik in Utrecht, staat een meetmast van het KNMI. Deze meetmast heeft een hoogte van 213 meter.
De mast wordt gebruikt voor meteorologische metingen in de onderste paar honderd meter van de atmosfeer, de grenslaag. Juist in die onderste meters spelen zich processen af die van groot belang zijn voor het weer, het klimaat en de verspreiding van luchtverontreiniging. Naast de mast staan tal van instrumenten die op afstand de atmosfeer tot op een hoogte (15 km) meten en zo het bereik van de mast vergroten.
De mast wordt gebruikt voor meteorologische metingen in de onderste paar honderd meter van de atmosfeer, de grenslaag. Juist in die onderste meters spelen zich processen af die van groot belang zijn voor het weer, het klimaat en de verspreiding van luchtverontreiniging. Naast de mast staan tal van instrumenten die op afstand de atmosfeer tot op een hoogte (15 km) meten en zo het bereik van de mast vergroten. Soms ligt er een koude luchtlaag op het aardoppervlak, waardoor het daar kan vriezen. Terwijl het op het topje van de mast 10 graden boven nul kan zijn. Ook mist beperkt zich vaak tot de onderste meters. De rest van de mast bevindt zich boven de wolken. Wind, temperatuur en vocht in de onderste lagen van de atmosfeer kunnen van grote invloed zijn op het weer aan de grond. Ook zijn ze van belang voor de verspreiding van luchtverontreiniging. Voor onderzoek naar veranderingen in het klimaat en het ontwikkelen van weermodellen zijn deze gegevens zeer waardevol.
De meetmast Cabauw was begin jaren zeventig een van de eerste weerstations waarvan de gegevens automatisch in De Bilt worden ingezameld. Op verschillende hoogtes van de mast zijn instrumenten opgesteld voor metingen van temperatuur, wind, vochtigheid en straling. Op elke niveau zijn drie uithouders geïnstalleerd waarop de meetinstrumenten staan. Zo verkrijgt elke windrichting betrouwbare metingen.
Ook op het terrein rond de meetmast is apparatuur, zoals stralingsmeters, opgesteld. Eén van de meest geavanceerde apparaten is een profiler. Dat is een radar die wind en temperatuur in de onderste kilometers van de atmosfeer meet.
Al deze metingen hebben inmiddels veel vruchten afgeworpen. Niet alleen voor de weersverwachtingen en de meteorologische begeleiding van de luchtvaart, maar ook voor onderzoek van klimaat en milieu. Het vulkaanstof van de IJslandse Eyjafjallajökull-vulkaan, die in het voorjaar van 2010 actief werd, is in de atmosfeer boven ons land het eerst gemeten met apparatuur opgesteld bij de meetmast Cabauw.
Regelmatig vormt de meetmast een podium voor onderzoekers uit de hele wereld. Een mijlpaal was begin deze eeuw een grootschalige wolkenmeetcampagne voor onderzoek van de rol van wolken in het klimaat. Sindsdien hebben verschillende internationale meetcampagnes plaatsgevonden.
Inmiddels is de meetmast Cabauw omgedoopt tot een 'nationaal observatorium van de atmosfeer'. Het KNMI werkt hierbij samen met een groot aantal onderzoeksinstituten in ons land. De mast biedt een internationaal platform voor het testen van nieuwe meetmethoden, modellen voor het beschrijven van weer en klimaat en satellietmetingen.