Vandaag, 1 augustus, is het 350 jaar geleden dat er noodweer over Nederland trok. De Utrechtse Domkerk werd getroffen door een valwind waardoor het middenschip van de kerk veranderde in puin. Meteorologen en geschiedkundigen hebben uitgebreid historisch onderzoek gedaan naar de weersomstandigheden die deze ramp, het Schrickelik Tempeest genoemd, hebben veroorzaakt.
KNMI-onderzoekers Gerard van der Schrier en Rob Groenland doken tien jaar geleden in de gemeentearchieven en verzamelden waardevolle data. “Door al deze informatie konden we patronen ontdekken waarvan we, met de kennis van nu over onweersbuien, in staat zijn te analyseren hoe het weer er op 1 augustus 1674 er ongeveer heeft uitgezien."
Kranten uit 1674 leverden veel waardevolle feiten (tijdstippen) op, waardoor heranalyse van dit extreem weer mogelijk was
Dankzij de archieven met tekeningen van Saftleven en de rijmdichten van Koch kunnen we tevens een soort van ooggetuigen verslag schetsen. Ook hebben de kranten van die tijd veel waardevolle feiten (tijdstippen) opgeleverd. Deze heranalyses zijn erg nuttig en helpt ons ook om dit soort extreem weer een plaats te geven in de geschiedenis.
Op de bewuste 1 augustus was het een warme en benauwde zomerdag. Er trok een bijzonder actief en omvangrijk buiengebied van zuidwest naar noordoost over ons land. Dat ging met een snelheid van zo'n tachtig kilometer per uur. Dit wijst op een sterke wind op grote hoogte. Onder zulke omstandigheden bij zeer warm en vochtig weer en grote temperatuurverschillen kunnen zich de zwaarste buien ontwikkelen.
Reconstructie van de zomerstorm van 1674, met de stem van Marco Verhoef.
Op verschillende plaatsen in ons land werd schade aangericht door hagel en windstoten, maar de stad Utrecht werd het zwaarst getroffen. De observaties maken het aannemelijk dat op 1 augustus 1674 een aantal uitzonderlijk zware onweersbuien over ons land trokken, waarbij deze buien gepaard gingen met valwinden. Aan de randen van deze valwinden zijn vermoedelijk ook wervelingen opgetreden. De weerkundigen noemen wervelingen aan de zijkant van het gebied met valwinden gustnado’s. In tegenstelling tot een windhoos heeft een gustnado geen contact met de wolk, maar treden er wel lokale versnellingen van de wind op. Zulke wervelingen duren hooguit enkele minuten en zijn vaak veel korter. Ze bereiken een hoogte van één tot enkele meters. In de zomerstorm van 1674, die uitzonderlijk sterk was, moeten de gustnado’s ook sterker zijn geweest dan die bij recente valwinden.
Ieder jaar doen zich ergens in ons land valwinden voor. Maar de sterke valwind die de Utrechtse Dom verwoestte was uiterst zeldzaam. Op basis van de grootte van de hagelstenen die gevallen zijn in die storm lijkt de storm uit 1674 eentje die eens in de 1000 tot 10.000 jaar voor komt.
Recente voorbeelden van valwinden en de schade die hierbij optreden, zijn de valwinden bij het Utrechtse Leersum op 18 juni 2021 en 14 juli 2010 waarbij een camping bij Vethuizen zeer waarschijnlijk getroffen werd door een valwind.
Een van onze Argo meetboeien - nummer 6901979 - viert deze week zijn tiende verjaardag. Argo floa...
28 oktober 2024 - NieuwsberichtHet KNMI heeft nieuwe klimaatscenario’s ontwikkeld voor Suriname. Deze scenario’s geven een beter...
25 oktober 2024 - NieuwsberichtBij de Open Dag konden bezoekers vragen indienen over klimaatverandering, die we nadien in een kl...
25 oktober 2024 - KlimaatberichtOp 5 oktober was de Open Dag van het KNMI. Bezoekers konden zien hoe een weerballon wordt opgelat...
23 oktober 2024 - Klimaatbericht