Het groeiseizoen in Nederland begint steeds eerder door de opwarming van de aarde, inmiddels drie weken eerder dan rond 1900. Tegelijkertijd zien we dat de laatste vorst sinds de eeuwwisseling steeds later in het jaar optreedt. De kans op schade aan gewassen door vorst is daardoor toegenomen.
Zodra de temperaturen na de winter weer gaan stijgen, ontwaken planten uit hun winterslaap. Een praktische definitie voor de start van het groeiseizoen is de dag waarop de gemiddelde etmaaltemperatuur 5 graden bereikt en daar tot 1 juli niet meer onder komt. We spreken van vorst als de minimumtemperatuur onder de 0 graden duikt.
Op basis van de temperatuurmetingen in De Bilt zien we dat het groeiseizoen gemiddeld inmiddels drie weken eerder begint dan 120 jaar geleden, rond 26 april toen tegen 5 april nu (figuur 1). Er zijn grote jaar-op-jaar variaties. De vroegste start tot nu toe was 2010. Toen begon het groeiseizoen al op 13 maart. De laatste vorst treedt vrijwel altijd op na de start van het groeiseizoen (figuur 1). Er is dus een periode waarin gewasschade door vorst kan ontstaan. Gemiddeld duurt die periode zo'n tien dagen.
Opvallend is dat sinds begin deze eeuw de laatste vorst (blauwe trendlijn in figuur 1) steeds later in het jaar optreedt, terwijl het groeiseizoen juist steeds eerder start. Hierdoor wordt de periode waarin gewasschade door vorst kan ontstaan snel langer. Begin deze eeuw duurde deze periode gemiddeld vijf dagen maar inmiddels al vijftien dagen, langer dan ooit sinds het begin van de meetreeks in 1901.
Wat opvalt aan de temperaturen in april is dat de verandering in de minimum- en de maximumtemperatuur redelijk gelijk opging tot eind vorige eeuw (figuur 2). Sindsdien is de maximumtemperatuur door blijven stijgen, maar is de minimumtemperatuur nauwelijks veranderd. Hierdoor loopt de periode met vorst in het groeiseizoen in de laatste twintig jaar snel op. De oorzaak hiervoor is nog onduidelijk.
Een afname in bewolking is een mogelijke verklaring, dat geeft immers warmere dagen (meer zon) en koudere nachten (sterkere uitstraling). De bewolking in april is sinds de eeuwwisseling echter niet of nauwelijks veranderd.
Een andere mogelijke verklaring is de toename van het aantal dagen in april met wind uit noordelijke richtingen sinds het begin van deze eeuw. De zon warmt de relatief koude lucht uit het noorden overdag snel op, terwijl de nachtelijke temperaturen door de aanvoer van koude, droge lucht en sterke uitstraling tot onder het vriespunt kunnen dalen.
Het kan zijn dat deze langjarige variaties in windrichting overwegend een natuurlijke oorsprong hebben en dat het aantal dagen met wind uit het noorden de komende jaren van nature weer gaat afnemen. Maar het kan ook zijn dat de opwarming van de aarde bij ons gepaard gaat met vaker een lentebries uit het noorden en dat het aantal lentedagen met noordenwind dus verder gaat toenemen naarmate de aarde verder opwarmt. Nader onderzoek zal dit uit moeten wijzen.
Vandaag is het de dag van de mensenrechten. Het recht op leven, gezondheid, eigendom en wonen sta...
10 december 2024 - KlimaatberichtKNMI klimaatgedicht 2024
05 december 2024 - KlimaatberichtDe nieuwe weersatelliet Meteosat 12 is vanaf vandaag operationeel. Deze satelliet is de eerste va...
04 december 2024 - NieuwsberichtEllen Verolme start 1 februari 2025 als directeur bij het Koninklijk Nederlands Meteorologisch In...
03 december 2024 - Nieuwsbericht