De lucht in Nederland wordt steeds droger. Dit komt door de opwarming van de aarde. In droge lucht is de natuur eerder vatbaar voor branden. Sinds 1950 is het aantal brandgevoelige dagen waarop de lucht overdag erg droog is verdubbeld.
Het ontstaan van natuurbranden wordt beïnvloed door het weer. Vooral als het lang droog en zonnig is geweest en als de lucht weinig vocht bevat, neemt de kans op natuurbranden toe. De vegetatie droogt dan uit en wordt brandbaar. Of er brand ontstaat hangt ook af van het soort natuur: dood en droog gras brandt bijvoorbeeld makkelijker dan loofbos. En natuurlijk moet er voor een natuurbrand een ontsteking zijn. De meeste ontstekingen worden veroorzaakt de mens zelf, bijvoorbeeld door onzorgvuldigheid met vuur, een barbecue, of vonken van een (remmende) trein.
De relatieve luchtvochtigheid geeft aan hoeveel waterdamp de lucht bij de heersende temperatuur bevat. Een waarde van 100% wijst op een maximale hoeveelheid waterdamp. De lucht is dan verzadigd. Bij een relatieve luchtvochtigheid van 50% bevat de lucht bij de heersende temperatuur de helft van de maximaal mogelijke hoeveelheid waterdamp.
In Nederland is de relatieve luchtvochtigheid sinds halverwege de vorige eeuw afgenomen, van jaargemiddeld in De Bilt 83 procent rond 1950 tot 78 procent nu (figuur 1, zwarte lijn). Dit zijn gemiddelden over de dag, de verschillen tussen dag (minimale waarde) en nacht (maximale waarde) zijn groot, ongeveer 30 procent (rode en blauwe lijn). Dit komt doordat bij de hogere temperatuur overdag de lucht meer vocht kan bevatten. En de hoeveelheid vocht dus klein is ten opzichte van de verzadigingshoeveelheid.
Als overdag de minimale luchtvochtigheid lager is dan 50 procent, wordt kleine (dode) vegetatie al binnen enkele uren voldoende droog om te kunnen branden. Het aantal van zulke brandgevoelige dagen in De Bilt is toegenomen van 46 per jaar rond 1950 tot 94 per jaar nu – een verdubbeling (figuur 2). Brandgevoelige dagen zijn er vooral in de lente en, iets minder vaak, in de zomer. Dit past bij het Nederlandse klimaat, waarin de lente gemiddeld genomen het seizoen met de minste neerslag is. In het extreem droge jaar 2022 was er een recordaantal van 127 brandgevoelige dagen.
’s Nachts is zoals gezegd de relatieve luchtvochtigheid hoger dan overdag, en kan het vochtgehalte in de (dode) vegetatie weer herstellen. Dat vermindert de brandbaarheid van de natuur en kan bijvoorbeeld helpen als een natuurbrand tot in de nacht doorgaat. In de nacht neemt de intensiteit van het vuur vaak af, wat kan helpen bij de bestrijding van de brand.
Als de luchtvochtigheid ’s nachts echter ook laag blijft, dan blijft dit herstel uit. Dat effect treedt tal op als de relatieve luchtvochtigheid niet boven de 70 procent uitkomt. Gemiddeld ligt de maximale luchtvochtigheid 's-nachts rond de 95 procent (figuur 1). Dagen met 's-nachts minder dan 70 procent luchtvochtigheid komen weinig voor. Maar hun aantal neemt wel toe, van ongeveer één per jaar in De Bilt rond 1950 tot drie per jaar nu (figuur 3).
De relatieve luchtvochtigheid neemt ook op andere plekken in de wereld af, vooral boven land. De oorzaak is de opwarming van de aarde. De huidige klimaatverandering leidt dus tot meer natuurbrandgevoelige dagen.
Het KNMI-klimaatdashboard toont nu ook de verandering in temperatuurextremen. Zoals het aantal vo...
27 januari 2025 - KlimaatberichtKomend jaar krijgen alle vrijwillige neerslagwaarnemers van het KNMI een nieuwe handregenmeter. D...
27 januari 2025 - NieuwsberichtDe opwarming van Nederland in het winterhalfjaar is het grootst bij noordoostenwind. Dit past bij...
22 januari 2025 - KlimaatberichtVandaag is Blue Monday, de zogenaamd deprimerendste dag van het jaar. De dagen zijn kort, de zon ...
20 januari 2025 - Klimaatbericht