Droogte heeft vele gezichten. Of er sprake is van droogte en of die droogte negatieve gevolgen heeft, hangt af van het perspectief. Droogtemaatregelen worden per gebied en per sector bepaald, zo worden eventuele negatieve maatschappelijke gevolgen zoveel mogelijk beperkt. De meteorologische droogte van deze zomer zet nu door in een hydrologische droogte: op dit moment staan de rivieren extreem laag.
Van meteorologische droogte is sprake als het neerslagtekort groter is dan in de meeste andere jaren, wat inhoudt dat er veel meer water verdampt dan er bijkomt door regen. Het KNMI houdt ieder jaar het doorlopend neerslagtekort bij van 1 april tot 30 september. Hiervoor wordt het dagelijkse verschil tussen de berekende potentiële verdamping en de gemeten neerslag opgeteld over de hele zomer. In figuur 1 hebben we deze periode vanwege de huidige droogte uitgebreid met oktober. Vanaf oktober is de neerslag klimatologisch gezien weer groter dan de verdamping en wordt het opgebouwde neerslagtekort langzaam hersteld, maar dit jaar oktober geldt dit niet.
Als het neerslagtekort erg groot is neemt ook de hoeveelheid water in de bovenste laag van de bodem sterk af. Dit water is belangrijk voor planten, aangezien zij daar het merendeel van hun vocht vandaan halen. Een groot neerslagtekort, zoals afgelopen zomer, heeft daarom negatieve gevolgen voor landbouwproductie. Wellicht waren de gevolgen van de droge bodem ook in uw tuin of in de gemeenteperken te zien, door geel gras of vallende bladeren. De effecten van agrarische en meteorologische droogte kunnen worden beperkt door beregening. Wanneer er voldoende open water of grondwater beschikbaar is, kunnen landbouwers hiermee hun gewassen irrigeren om de droogteschade te beperken.
Tenslotte is er nog de hydrologische droogte, bij zeer lage rivierafvoeren en lage oppervlakte- en grondwaterstanden. Een rivier verzamelt water uit een groot gebied, het stroomgebied. Als er in het gehele stroomgebied weinig neerslag valt, leidt dit uiteindelijk tot lage rivierstanden. Op dit moment is de afvoer in de Rijn zeer laag (figuur 2; de huidige afvoer is de op drie na laagste sinds 1901 en de laagste sinds 1949), de scheepvaart ondervindt hier ernstige hinder van. Het water in de Rijn is ook van belang voor West-Nederland waar het via vaarten en slootjes uiteindelijk in de polders terecht komt, of gebruikt wordt om te voorkomen dat het zoute water van de Noordzee ons land binnendringt. In hoog Nederland staan vennen en beekdalen droog, wat de ontwikkeling van de natuur daar in gevaar brengt.
Het KNMI doet onderzoek naar het gelijktijdig optreden van hoog neerslagtekort en lage rivierstanden (meteorologische én hydrologische droogte). Tijdens dit soort extreme situaties is beregening van landbouw gewenst vanwege het neerslagtekort maar slechts beperkt mogelijk vanwege de lage rivierafvoer.
Het KNMI-klimaatdashboard toont nu ook de verandering in temperatuurextremen. Zoals het aantal vo...
27 januari 2025 - KlimaatberichtKomend jaar krijgen alle vrijwillige neerslagwaarnemers van het KNMI een nieuwe handregenmeter. D...
27 januari 2025 - NieuwsberichtDe opwarming van Nederland in het winterhalfjaar is het grootst bij noordoostenwind. Dit past bij...
22 januari 2025 - KlimaatberichtVandaag is Blue Monday, de zogenaamd deprimerendste dag van het jaar. De dagen zijn kort, de zon ...
20 januari 2025 - Klimaatbericht