Zijn vulkaanuitbarstingen van invloed op het aantal en de intensiteit van tropische cyclonen? Onderzoek hiernaar is lastig omdat krachtige vulkaanuitbarstingen zeldzaam zijn. De paar grote vulkaanuitbarstingen waarvoor goede meteorologische waarnemingen beschikbaar zijn vielen toevalligerwijs samen met El Niño’s (El Chichón in 1982 en Mount Pinatubo in 1991). En een El Niño is ook van grote invloed op tropische cyclonen.
Er zijn in essentie drie mogelijke processen hoe krachtige vulkaanuitbarstingen tropische cyclonen kunnen beïnvloeden.
Grote vulkaanuitbarstingen brengen grote hoeveelheden deeltjes in de hogere atmosfeer (stratosfeer), en zorgen door terugkaatsing van zonlicht gedurende een aantal jaren voor tijdelijke afkoeling van de atmosfeer en oceanen. Lagere zeewatertemperaturen temperen de vorming van tropische cyclonen. Veranderingen in de stratosfeer zijn echter ook van invloed op El Niño, die zoals gezegd van invloed is op tropische cyclonen. Tot slot kan ook de positie van de Intertropische Convergentie Zone (ITCZ) beïnvloed worden door veranderingen in de stratosfeer. De ITCZ is het gebied in de tropen waar de noordelijke en zuidelijke passaatwinden samenkomen, met veel buienactiviteit tot gevolg. De positie en sterkte van de ITCZ bepalen hoeveel tropische cyclonen kunnen ontstaan, en waar dat gebeurt.
Maar is één van deze drie mechanismen dominant, en zo ja, welke?
Wetenschappers hebben nu voor het eerst aan de hand van gedetailleerde klimaatmodelberekeningen bestudeerd hoe krachtige vulkaanuitbarstingen tropische cyclonen beïnvloeden. Uit de berekeningen blijkt dat alleen de positie van de ITCZ van belang is, waardoor de gebieden waar tropische cyclonen zich vormen gaan verschuiven. Ook of de vulkaanuitbarstingen op het noordelijk of zuidelijk halfrond plaatsvindt is van belang.
Een krachtige vulkaanuitbarsting in de tropen en op het noordelijk halfrond onderdrukt de vorming van tropisch cyclonen in de gehele Pacifische oceaan en de noordelijke Atlantische oceaan. Een krachtige vulkaanuitbarsting op het zuidelijk halfrond onderdrukt de vorming van tropische cyclonen in de zuidwestelijke Pacifische oceaan, maar stimuleert de vorming van tropische cyclonen in de noordelijke Atlantische oceaan.
Dit soort inzichten zijn van belang omdat in grote delen van de wereld er veel interesse is in seizoensvoorspellingen van het aantal en de intensiteit van tropische cyclonen. Die seizoensverwachtigen blijken notoir lastig te maken, deels door onvolledige kennis. Elk stukje nieuwe informatie en elk nieuw inzicht helpt daarbij.
Deze modelresultaten kunnen nu vergeleken worden met waarnemingen. Dat helpt beter te begrijpen hoe grote vulkaanuitbarstingen tropische cyclonen beïnvloeden en levert betere inzichten in welke voorspellingen van tropische cyclonen meer of minder betrouwbaar zijn.
Het KNMI beschikt in Caribisch Nederland op Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten over seismometers om aardbevingen real-time te registreren. Dit meetnetwerk is met name ingericht om de seismische activiteit van de vulkaan Mount Scenery op Saba en vulkaan Quill op Sint Eustatius te monitoren en wordt gebruikt om tsunami-waarschuwingen uit te geven. Beide Nederlandse vulkanen zijn actief. Dat betekent dat ze in de afgelopen 10.000 jaar een keer zijn uitgebarsten. De kans dat dit binnenkort weer gebeurt, is klein. Maar als het gebeurt, zijn de gevolgen rampzalig. De vulkanoloog, in dienst van het KNMI, monitort beide vulkanen en doet er onderzoek naar.
KNMI-klimaatbericht door Jos de Laat
In het Limburgse Horst is een nieuw automatisch weerstation geïnstalleerd door het KNMI. De verwa...
20 november 2024 - Nieuwsbericht2024 wordt vrijwel zeker het warmste jaar ooit gemeten. Waar we vorig jaar nog net onder de 1,5 g...
19 november 2024 - KlimaatberichtIn slechts tien dagen tijd hebben vier tyfoons de Filipijnen getroffen. Dit is een unieke gebeurt...
19 november 2024 - NieuwsberichtDe herfst is in volle gang: de dagen worden snel korter en de bladeren vallen van de bomen. De te...
13 november 2024 - Klimaatbericht